De kerkklokken van Kerkom

Mijn overgrootvader Guillielmus Ludovicus Wera – zeg maar ‘Louis’ – moet de Kerkomse pastoors uit de tijd van zijn langdurige burgemeesterschap (1858-1909) goed gekend hebben: hij de burgemeester, zij de parochieherders; beiden woonden bovendien dicht bij de kerk.
Joannes Baptista Peeters was pastoor van eind 1830 tot begin 1861, Ghisbertus Vincx van 1861 tot 1867, Eduardus De Greef van 1867 tot 1895, en die laatste werd opgevolgd door Joannes Franciscus De Beukeleer; hij overleed te Kerkom in 1919.
Pastoor De Greef en burgemeester Wera herbouwden de pastorie.

Inscriptie boven de ingang van de vroegere pastorie. Foto Edward Michiels.

Onlangs kreeg ik een kopie van een tekst van pastoor De Beukeleer van 18 februari 1918. Daarin beschrijft hij de twee klokken die in dat oorlogsjaar in de toren van de kerk van Kerkom hingen. Hier blijven we even bij stilstaan.
Mijn bijkomende info hierbij staat tussen rechte haakjes of in voetnoot. Met dank aan Velpeleven.

De grote klok, van 786 kilo, werd gewijd op 6 december 1905 door pastoor-deken [Joannes Baptista] Paaps [van Lubbeek], gedelegeerd door kardinaal-aartsbisschop Petrus Lambertus Goossens. Peter van de klok was G.L. Wera [burgemeester], meter G[abrielle] Martens-De Ridder [kasteeldame]. Kerkmeesters waren destijds: J[udocus] Fets [schepen, eigenaar Hof ten Male], H. Devos, L. Smeijers en A[rthur] Wera [gemeentesecretaris]; koster was J.B. Legrand.
Deze klok werd te Doornik gegoten door Marcel Michiels-Bols[1]. Ze draagt ‘een artistiek kruisbeeld en de beeltenis van St.-Martinus te peerd, een stuk zijns mantels aan eenen armen gevende’, zo schrijft De Beukeleer verder.
De tweede klok, met een gewicht van 540 kilo, werd in 1865 te Leuven gegoten door A.L.G. Van Aerschodt, oudste opvolger van A.L. Van den Gheij[2], aldus pastoor De Beukeleer. Peter was Henri Platton[3], meter Maria Christina Blijckaets[4]; pastoor was toen G. Vinckx. [De klok moest deze vervangen die door de Fransen in 1798-1799 was meegenomen.]

Als kind heb ik deze beschreven klokken niet als paasklokken horen luiden want een jaar voor mijn geboorte, in 1943 (1942?), werden ze door de Duitse bezetter naar beneden gehaald om te worden omgegoten tot kanonnen en munitie.
Op 2 april 1950 kreeg Kerkom twee nieuwe klokken.
————————————————————————————-

[1] Marcel Michiels volgde zijn vader Edward als klokkengieter in Doornik op. Edward en zijn broer Louis, afkomstig van Baal, hadden in 1860 in Mechelen een bedrijf opgericht dat gespecialiseerd was in torenuurwerken; het bestaat vandaag nog: Beiaarden en Torenuurwerken Michiels. Edward kocht later ook een Doornikse klokkengieterij op, die dus overging naar zijn zoon Marcel; ze hield op te bestaan in 1963.

[2] De Beukeleer geeft als voornamen voor Van Aerschodt ‘A.L.G.’: wellicht was A.L.J. juister voor deze Van Aerschodt (1814-1888), opvolger van de bekende Leuvense Van den Gheyns.  Andreas Lodewijk Van den Gheyn (Leuven 1758-1807) – De Beuckeleer spreekt van ‘A.L. Van den Gheij’ – was de zoon van Andreas Jozef (Leuven 1727-1793). Deze laatste was zeker de belangrijkste klokkengieter van zijn familie, die afkomstig was van Nederland.

[3] Henri Platton is me niet bekend. Was hij soms familie van Albert Joseph Platton die van 1831 tot 1858 gemeentesecretaris van Kerkom was en in Tienen woonde?

[4] Maria Christina Blijckaerts/Blyckaert was getrouwd met Philippus Janssens, notaris te Tienen. Zij waren de eigenaars van het Kerkomse kasteel. Als weduwe verkocht Blyckaert dat goed in 1877 aan Edouard Martens-Delcour.


En nog dit als extra, voor wie een huidige klok van Kerkom wil horen luiden:
https://m.facebook.com/Pastorale-Zone-Sjalom-Boutersem-942084422495886/videos/de-klokken-van-de-kerk-van-kerkom-houden-ook-vol/1163630270637697/

En pas nu ontdek ik dat de heemkundige kring Velpeleven in 2019 een boek uitgaf met als titel ‘Kerken en klokken van Boutersem’ … Correcties op dit bericht volgen dus nog.
(Vragen duiken immers bij me op. Waarom dateert pastoor Beukeleers tekst juist van begin 1918?Overleefden ‘zijn’ klokken wel de Eerste Wereldoorlog?)


Familie Wera en Wereldoorlog I

Henricus Wera (1674-1746) beschouw ik als een van mijn legendarische voorouders. Hij was in de eerste helft van de achttiende eeuw pachter van het Lubbeekse Herendaelhof, eigendom van de Parkabdij. Dankzij zijn vijftien kinderen zorgde hij, samen met zijn vrouw Catharina Schoensetters (1676?-1737), voor een uitgebreid nageslacht. Wat onbewust ging ik ervan uit dat een grote meerderheid van hen landbouwers waren, naast misschien pastoors en onderwijzers, wat uiteraard fout was.
Een tijdje geleden wees Edward (Chille) Michiels, na de lectuur van een artikel in Brabant Cronikel, me erop dat een verre nazaat van Hendrik Wera het tot stafchef van het leger bracht, luitenant-generaal Maximilien Wielemans, en dat tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Foto Wielemans, bron Ars Moriendi
Volgen we even de ‘voorgeschiedenis’ en loopbaan van deze man.
Maximiliens moeder was Carolina Catharina Henckens; haar vader, geboren in Nederlands Limburg, was boekdrukker in Sint-Truiden en nadien in Diest. Zij had als overgrootouders Lambertus Van Weddingen en Anna Maria Wera (1707-1750), dochter van onze Lubbeekse pachter Hendrik. Hun dochter Joanna Catharina was de jongere voorouder van Maximilien.
Bij de geboorte van Maximilien was zijn vader André Félix Wielemans, generaal-majoor, in Gent gekazerneerd. Zijn vader en grootvader waren bakkers in Elsene en misschien ook in Brussel. Oudere voorouders stammen uit Hoeilaart, Diest en Tienen.
Zie voor Wielemans’ afstamming ook mijn bladzijden op: https://gw.geneanet.org/julens?n=wielemans&oc=&p=maximilianus+felix+eugenius.

Maximilianus Felix Eugenius Wielemans werd op 10 januari 1863 dus in Gent geboren, uit Brabantse ouders. Hij bouwde, naar het voorbeeld van zijn vader, een militaire carrière uit en werd luitenant-generaal. In 1913 werd hij kabinetchef van de minister van Oorlog, vanaf 6 september 1914 was hij stafchef van het Belgische leger (eerst waarnemend) en dat tot aan zijn overlijden.
Wielemans stierf op 5 januari 1917 te Houtem (bij Veurne); als oorzaken staan vermeld: longontsteking, myocarditis, Spaanse griep. Hij was toen gedomicilieerd in Elsene en weduwnaar van Angèle Blanc du Clos. De overledene werd op het kerkhof van Houtem begraven. Koning Albert was daarbij aanwezig, minister Carton de Wiart (of was het eerste minister Charles de Broqueville?) sprak de grafrede uit. De nieuwe stafchef was Louis Rucquoy.
Meer dan andere hogere militairen lijkt Wielemans begrip te hebben gehad voor de verzuchtingen van de Vlaamse soldaten tijdens de oorlog. Van een man met Vlaams-Brabantse roots zou men dat wel mogen verwachten …
(Vanaf 23 januari 1915 tot 18 oktober 1918 was het hoofdkwartier van het Belgische leger gevestigd in de pastorie van Houtem.)

Koning Albert op begrafenis Wielemans
Koning Albert op de begrafenis

Begrafenis Wielemans 2
De hulderede aan het open graf

 

 

 

 

 

 

 

Graf Wielemans 2
Het grafmonument van Wielemans in Houtem


Een andere nazaat van pachter Hendrik Wera was mijn grootvader
Arthur Wera (1872-1945)Vanaf 1900 was hij gemeentesecretaris van Kerkom; na amper twee jaar had hij zijn job als onderwijzer in Lubbeek opgegeven – een voorloper van de huidige jonge onderwijsverlaters?

Godelieve Vanzavelberg mailde me onlangs dat in het oorlogsdagboek van Alphonse Halflants, notaris en burgemeester van Lubbeek, sprake is van de gemeentesecretaris van het naburige Kerkom.

Op 9 oktober 1918 staat er geschreven: “Alhoewel de vrede op komst is, wordt ons geen enkele last bespaard. De bezettende macht gedraagt zich alsof de bezetting eindeloos zal doorgaan. De gemeentesecretaris van Kerkom werd op willekeurige wijze aangehouden en hij kwam slechts vrij na negen dagen gevangenschap. Zijn onschuld was zo klaar als de dag en de valsheid van zijn aanklagers was zo evident dat een van beiden zelf achter slot en grendel belandde.”
Daarover heb ik binnen de familie nooit iets gehoord.
(De Heemkundige Kring Libbeke wil het vermelde oorlogsdagboek dit jaar uitgeven.)

Untitled-Scanned-17
Arthur Wera (1907)

————————————————-
Bronnen:
– E-mailberichten van Edward Michiels en Godelieve Vanzavelberg.
De kwartierstaat van Lt.-Gen. Maximilien Wielemans, in: Brabant Cronikel, 2014, jg. 18, nr. 1, p.4-5.
Félix Wielemans, in : website Wikipedia.
– Websites: onroerenderfgoed.be; westhoekverbeeldt.be; dengrootenoorlog.nl.
P. Chielens en P. Trogh (red.), De geschreven oorlog. Anthologie van teksten van het front in België 1914-1940, In Flanders Fields Museum, 2016, p. 574.

WERA IN BINKOM

 
Vorige winter bracht ik de stam-Geens in kaart (zie mijn vorige bericht). De laatste weken, als tijd en goesting me helpen, ben ik op zoek naar nieuwe gegevens over de stam-Wera. Zo probeerde ik onder andere de Wera’s van Binkom (Lubbeek) wat systematischer in kaart te brengen. De resultaten vindt u nu al (ten dele) op de Geneanet-site. Hier stel ik die Binkomse Wera’s (tot omstreeks 1910) meer algemeen voor.
 

De Wera’s zijn niet een van de oude Binkomse ‘geslachten’. Pas rond 1800 zien we ze in het dorp opduiken. Zij behoren tot de Wera-stam die ons onderzoeksobject vormt, en zijn dus ook afstammelingen van Henricus Wera die in de eerste helft van de achttiende eeuw de Lubbeekse Herendaelhoeve pachtte. Bovendien zijn de oudste Binkomse Wera’s allen afkomstig van het naburige Kerkom: zonen van de pachters van de kasteelhoeve aldaar, die ook mijn voorouders zijn. In Binkom lagen de dames uit de families Van Gramberen, De Cupere en Cockx blijkbaar goed in de huwelijksmarkt.

Popp, Binkom 1.JPG
Het centrum (Plaats) van Binkom rond 1860,
met ten westen van de kerk de Santro-hoeve en het kasteel (Popp-kaart)
 


Drie kinderen van het Kerkomse gezin van pachter Jacobus Wera-Vranckx (zie bericht van 08-09-2010) trouwden in Binkom. Twee ervan vestigden zich na hun huwelijk elders, de derde in Binkom zelf.

 
Petrus Franciscus Wera (1771-1857) trouwde rond 1797 met de Binkomse Maria Elisabeth Van Gramberen (1771-1857), de dochter van Jacobus en Maria Catharina Scheijs. Ze werden landbouwers in Neerbutsel, het dorp van grootvader Joannes Georgius Wera, en kregen er tussen 1798 en 1815 zeven (of acht?) kinderen.
Broer Josephus Joannes Wera (1781-1857) – mijn voorvader, zie bericht van 13-08-2010 – trouwde op 27 juni 1816 te Binkom met Maria Agnes Josepha De Cupere (1787-1856); zij was de dochter van Jacobus Ferdinandus en Petronella Scheijs. Beslist geen slecht huwelijk: Jacobus, pachter van het Hof van Chantraine, was wellicht de grootste boer van Binkom. Joseph nam zijn vrouw mee naar Kerkom, waar hij vader Jacobus als pachter op de kasteelhoeve opvolgde en waar hij ook burgemeester werd.
 
De derde zoon uit het voornoemde Kerkomse gezin was Jacobus Wera (1776-1848). Hij huwde op 12 februari 1806 te Binkom met Anna Maria De Cupere (1782-1849), de dochter van Ludovicus Antonius en Maria Theresia Scheijs. Jacobus woonde met zijn gezin in Binkom, waarvan hij ook schepen was. Hun boerderij bevond zich in de wijk ‘Hel’ (huidige Helstraat nr. 28). 
Dit paar Wera-De Cupere kreeg acht kinderen die geboren werden tussen 1806 en 1825. Van één zoon en vier dochters, allen landbouwers, vinden we later in Binkom eigen gezinnen terug, de anderen stierven op jongere leeftijd:
1 Joannes Josephus Wera (1808-1876) x Maria Catharina Frederickx (1826-1879), met als adres: Plaats. Hun zoon Ludovicus (Louis) (1860-1923) trouwde met de Kerkomse Maria Ludovica Mottie (1863-1940); ook zij woonden op de Plaats en kregen er zes kinderen.
2 Anna Catharina Wera (1811-1879) x Judocus De Cupere (1811-1898), met als adres: Groenendries.
3 Barbara Maria Wera (1814-1880) x Petrus Franciscus Timmermans (1813-1895). Hun woning lag in de wijk ‘Hel’.
4 Josepha Wera (1818-1884) x Jacobus Ferdinandus De Cupere (1809-1858) en xx Joannes Josephus De Cupere (°1828-1897; broer van Ferdinandus, burgemeester). Alleszins het laatste koppel woonde in de Hel (nr. 1).
5 Maria Theresia Wera (1821-1884) x Ludovicus Empsen (°1821-1869), met als adres: Plaats.
 
Om ons verhaal verder te zetten moeten we terug naar de Wera’s van de kasteelhoeve in Kerkom. Hierboven maakten we al kennis met Josephus Wera die in Binkom een De Cupere trouwde en in Kerkom de pacht van de kasteelhoeve van zijn vader overnam. Hij had als opvolger, zowel als pachter als burgemeester, zijn jongste zoon Ludovicus (Louis) Wera, mijn voorvader. Twee oudere zonen, Franciscus en Joannes Baptista, zochten het voor echtgenote en job opnieuw in Binkom, het dorp van hun grootouders De Cupere langs moederszijde.
 
Petrus Franciscus Wera (1821-1883) trouwde op 21 juni 1848 te Binkom met Maria Virginia Van Gramberen (1825-1854), de dochter van Ludovicus Antonius (pachter-eigenaar van de Santro-hoeve) en Maria Elisabeth Geens. Als weduwnaar trouwde Frans op 22 september 1859 de Binkomse Maria Philippina Cockx (1828-1918?), de dochter van Ludovicus (burgemeester 1840-1854) en Maria Carolina Stockmans. Ook Wera was pachter van de Santro-hoeve. De laatste jaren van zijn leven was hij ook burgemeester.
Uit het eerste huwelijk werden drie kinderen geboren. De oudste dochter, Maria Theresia (°1849), trouwde met Bruno Franciscus Callens, gemeenteonderwijzer in Malderen (Londerzeel), waar het paar zich ook vestigde. Dochter Maria Antonia (°1853) trouwde Joannes Isidorius Boxtens uit Tielt (zij werden landbouwers in Binkom). Zoon Petrus Eduardus (°1851) stierf op 15-jarige leeftijd. De kinderen Wera waren de laatste eigenaars van de Santro-hoeve, die rond 1890 werd afgebroken.
 
Een jongere broer van de eerder genoemde Frans, Joannes Baptista Franciscus Wera (1828-1894), trouwde op 22 september 1859 met Maria Anastasia Cockx (1834-1905), de dochter van Ludovicus Cockx en Carolina Stockmans en dus de jongere zus van de tweede echtgenote van Frans; die huwelijken werden trouwens op dezelfde dag voltrokken. Jan Baptist was langs de ‘Steenweg’ op de Plaats landbouwer en een tijdje ook herbergier.
Uit dit huwelijk werden zes (of zeven?) kinderen geboren, tussen 1860 en 1879. Twee zonen verlieten Binkom en werden ‘drogist’ in Brussel – sociale promotie? Wel trouwden ze beiden nog met meisjes uit Lubbeek, dochters van brouwer Augustinus Tambeur-Kemels: het waren Philemon (°1860) en zijn jongere broer Eugenius (°1872). Ook twee zussen zochten het blijkbaar in Brussel. Van een exodus gesproken! Gelukkig bleven er twee gezinsleden trouw aan de landbouwstiel: Frans (°1863) trouwde met een Muls in Lubbeek, waar hij nadien landbouwer was; zus Maria Theresia Hortensia (°1869) trouwde met Jozef Nackaerts, die in Binkom landbouwer en orgelist was.
 
Voor meer gegevens verwijs ik naar mijn bijdrage op de Geneanet-site:
http://gw.geneanet.org/julens.
 
De huidige Binkomse Wera’s kennen wel hun familiale banden zoals die in de twintigste eeuw ontstonden. Graag krijg ik, zo mogelijk, van hen respons.

Site vroegere Hof van Santro.JPG
De kerk van Binkom met de site van het verdwenen Hof van Chantraine/Santro
(foto ontvangen van Kris Scheys)

GRAFSTEEN JOZEF BILLION, ECHTGENOOT CORDALIE WERA, IN WEZEMAAL


Cordalie Wera (1864-1954) was de oudste zus van mijn Kerkomse grootvader Arthur Wera.  Zij trouwde in 1900 Jozef Billion (1854-1933). Het paar woonde in Wezemaal (nu deel van Rotselaar) in het grote huis dat eind jaren 1950 plaatsruimde voor het huidige Wezemaalplein. Als beroepen van Jozef staan orgelmaker en handelaar genoteerd. Hij is ook schepen van Wezemaal geweest.  Zie het bericht van 09-04-2010 over het gezin Wera-Kemels.

Op het grasperk rechts van de kerk van Wezemaal werden een tijd geleden, na de restauratie van de pastorie, enkele grafstenen aangebracht die zich nu aan de noordelijke kerkmuur bevinden.  Een ervan is dat van Jozef Billion en diens eerste echtgenote Maria Pelgrims. Zijn tweede echtgenote, Cordalie Wera, werd later meer dan waarschijnlijk bij hem begraven.

 

Grafmonument Jozef Billion en Maria Pelgrims.JPG

 

De tekst op de grafsteen luidt:

RUSTPLAATS VAN

MARIA PELGRIMS

ECHTG. VAN

JOZEF BILLION

GEB. TE WESEMAEL DEN 23-10-1853* 

EN ALDAAR OVERL. DEN 2-9-1898
_____

JOZEF BILLION

ECHTG. VAN

CORDALIE WERA

GEB. TE WOLFSDONCK DEN 18-3-1854**  

OVERL. TE WESEMAEL DEN 13-1-1933


R.I.P.


——————————-

* volgens burgerlijke stand: †23-8-1855

** volgens burgerlijk stand: †28-3-1854
——————————–

Wezemaal

Foto van oud-gemeentehuis en kerk genomen vanop de plaats
waar vroeger het huis Billion-Wera stond (nu Wezemaalplein).
   

EEN OUDERE FOTO VAN LOUIS WERA (mijn overgrootvader)

Mijn Kerkomse overgrootvader Ludovicus Guilelmus Wera (1832-1909) is gelukkig blijkbaar niet alleen oud geweest.  Naast de foto die van hem werd gemaakt in 1907 (zie vorig bericht van 12-08-2014) dook er vanuit de kelder van de Deroy’s in Wezemaal ook het portret op van een jongere Louis.

G.L. Wera ca. 50 jaar.JPG


Het ingelijste portret werd gemaakt door ‘Industrielle Photo P. Luy(ckx?)’. Louis ziet eruit als een man van middelbare leeftijd. De foto dateert vermoedelijk van 1882 (of 1883) toen Louis, 50 jaar oud,  25 jaar burgemeester van Kerkom was; de latere foto werd wellicht gemaakt in 1907 toen hij 50 jaar burgemeester was. 

G.L. Wera ca. 50 (5) - bewerkte kopie.JPG

 

 

PORTRETTEN VAN LOUIS WERA EN JUSTINE KEMELS (mijn overgrootouders)

Enkele jaren geleden stelde ik op deze blog uitgebreid Ludovicus Guilelmus Wera (1832-1909) voor, mijn overgrootvader langs moederszijde, samen met zijn gezin en werk. Het betreft de berichten van 28-03-2010 tot 15-07-2010. 
Ludovicus (Louis) Guilielmus Wera was pachter op de kasteelhoeve van Kerkom en burgemeester. Zijn gezicht was mij bekend van de foto’s die in 1907 werden genomen bij de viering van zijn vijftigjarig burgemeesterschap. Ik drukte ze af in de hierboven vermelde berichten van 2010. Van zijn vrouw Justine Kemels (1837-1920), dochter van Bijvoordemolenaar Jan Baptist, vond ik toen geen foto.

Via mijn oud-collega Seraphine Leempoels kwam ik nu te weten dat haar nicht José Leempoels en haar man Jos Deroy, die in Wezemaal wonen, oude ingekaderde portretten hadden die me zouden kunnen interesseren. Het bleken de foto’s te zijn van mijn overgrootouders Wera-Kemels.

004 Wera-Kemels (kopie).JPG

 De ouders van Jos Deroy hadden in huis en tuin gewerkt voor Cordalie Wera (1864-1954), die in het centrum van Wezemaal een groot huis bewoonde (nu is dat stuk grond het Wezemaalplein). Cordalie was de oudste dochter van mijn overgrootouders en was getrouwd geweest met Jef Billion (1854-1933). 

De ingelijste portretten werden in 1923 door fotograaf Leyssens in Tienen gemaakt, wellicht op basis van de (bijgewerkte) foto’s genomen in dat bewuste feestjaar 1907. Mogelijk brachten Pelagie en Clemence Wera de portretten naar Wezemaal toen ze in 1923 hun geboortedorp Kerkom verlieten en bij hun zus Cordalie in Wezemaal introkken (zie foto van Billion en de Wera-zusters in het bericht van 09-04-2010).

                                031 Wera-Kemels.JPG                          032 Wera-Kemels.JPG

HET KERKOMSE MOLENAARSGEZIN KEMELS-VANPARYS

 

IMG_0287.JPG
De Kerkomse molengebouwen aan de Velp onderaan op deze kaart uit de ‘Atlas der buurtwegen’ van 1845. Naar het oosten toe loopt de huidige Bijvoordestraat.


Aan de Velp in het Kerkomse gehucht Bijvoorde(n) langs de Grote Molenweg (nu Kumtichsestraat nr. 110) staat er al van in de middeleeuwen een molen (zie een volgend bericht). Daar huwde Jan Baptist Kemels, de zoon van de molenaar van Pellenberg, de jonge weduwe van molenaar Henricus Geens. Het was het begin van een groot gezin, en van een economisch succesverhaal.


Ouders
(mijn betovergrootouders langs moederskant)

Joannes Baptista Kemels
° Linden, 29 januari 1811, zoon van Philippus Lambertus en Elisabeth Oliviers, respectievelijk geboren in Pellenberg en Linden
† Kerkom, 3 januari 1892 (zie bidprentje hieronder)

Maria Josephina Vanparys (ook Vanparijs/Van Parijs)
° Binkom, 18 februari 1807, natuurlijke dochter van Anna Joanna Vanparys/Vanparijs (°Binkom 29 februari 1780 – †Kerkom 2 juli 1832); Maria Josephina huwde op 9 april 1828 in Binkom met molenaar Henricus Geens (°Kumtich 17 maart 1801 – †Kerkom 29 januari 1830, zoon van Cornelis en Barbara Van Weddingen) en had van hem één kind, dat amper 1 jaar werd: Cornelius (°Kerkom 13 februari 1829 – †Kerkom 10 maart 1830).
† Kerkom, 26 januari 1880

Jan Baptist en Maria Josephina huwden in Kerkom op 30 oktober 1833.
Volgens de doopakte van zijn oudste dochter was Jan Baptist afkomstig uit Lubbeek. Daar woonde zijn moeder Elisabeth Oliviers met haar derde man, Petrus Van Hacht.

 

Onder de huwelijksakte plaatsten onder meer moeder Elisabeth Oliviers en het bruidspaar Maria Josephina Van Parys en Jan Baptist Kemels hun handtekening.
Huwelijk J.B. Kemels, met handt. E. Oliviers.JPG

 

Als molenaar, de belangrijkste ‘industrieel’ van het dorp, werd vader Jan Baptist bijgestaan door vrouw, kinderen en inwonende knechten en meiden. Zij exploiteerden ook een boerderij. De werkzaamheden waren lonend: Kemels kocht in 1857 de molen* die hij verbouwde en was in de periode 1860-1870 met 11 ha de belangrijkste privégrondeigenaar van Kerkom die zelf in het dorp woonde**.
Het valt dus niet te verbazen dat de molenaar ook in het gemeentebestuur actief was, als schepen vanaf de verkiezingen van oktober 1842 tot december 1866***; hij ‘diende’ dus ook een tijd onder het burgemeesterschap van zijn schoonzoon Louis Wera.
Zoon Felix volgde zijn vader op als molenaar. In het bevolkingsregister van 1880/1881 staat hij met dit beroep al vermeld, zijn vader wordt dan als landbouwer genoemd. De jongere zoon Jozef werd molenaar in Vissenaken.
Voor meer info over de acht kinderen Kemels, met lief en leed, zie hieronder.

Kinderen

Joannes Franciscus Kemels
° Kerkom, 9 januari 1835; doopsel 10 januari, peter Arnoldus Geens, meter Elisabeth Oliviers
Verbleef van mei 1866 tot augustus of oktober 1868 in Bunsbeek waar hij woonde en werkte in de molen van de Pamelenstraat uitgebaat door Agatha Van Parijs, weduwe van Felix Fil(l)et; daarna woonde hij terug bij zijn ouders (bevolkingsregisters Kerkom en Bunsbeek 1857 en 1867).
† Vertrijk, 5 maart 1877 (42 jaar, ongehuwd, landbouwer, wonende in Kerkom; Frans pleegde zelfmoord, zo vertelt het parochieregister van Kerkom) 
Was de peter van Arthur Wera (mijn grootvader).

Maria Justina Kemels (mijn overgrootmoeder)
° Kerkom, 15 maart 1837; doopsel dezelfde dag, peter Petrus Van Hacht, meter Maria Elisabeth Vangramberen
Verbleef van juni 1860 tot maart 1863 in Leuven, was er ‘winkeldochter’; daarna woonde ze terug bij haar ouders (bevolkingsregisters Kerkom 1857 en 1867).
† Kerkom, 27 november 1920
x Kerkom, 25 juni 1863, met Ludovicus Guilielmus Wera (°Kerkom 29 mei 1832 – †Kerkom 1 april 1909; pachter op de kasteelhoeve en burgemeester); zie bericht van 09-04-2010.

Emerentiana Kemels
° Kerkom, 27 februari 1839; doopsel dezelfde dag, peter Petrus Vangramberen, meter Maria Elisabetha Kemels
† Lubbeek, 9 oktober 1913
x Kerkom, 24 september 1872 met landbouwer Josephus Romanus Decupere (°Binkom 6 augustus 1833 – †Lubbeek 3 april 1910), zoon van Petrus Franciscus Decupere en Anna Elisabeth Geens; zes kinderen geboren in Lubbeek tussen 1873 en 1884
In de bevolkingsregisters staan Decupere en zijn vrouw opgetekend als landbouwers in Heurbeek, een wijk van Lubbeek.

Joannes Felix Kemels (zie ook volgend bericht)
° Kerkom, 21 mei 1841; doopsel 22 mei, peter Joannes Baptista Vanparys, meter Maria Tresia (sic) Grammet
† Kerkom, 18 februari 1918
x Kerkom, 27 februari 1897 met Philomena Van Kelecom (°Kumtich 15 november 1860 – †Kerkom 22 oktober 1948), dochter van Petrus Patricius Van Kelecom en Maria Helena Fets (zie bericht van 03-01-2007); geen kinderen

Felix volgde zijn vader als molenaar in de Velpemolen op. Bevolkingsregister 1901: Echtpaar Kemels-Van Kelecom woonde in Bijvoorde 28; hij was ‘molenaar meelverkoper’, zij ‘landbouwster’; broer Victor Kemels (‘landbouwer en uitbater eener zandkuil’) woonde bij hen in.
Victor werd in juni 1910 als ‘maalder’ opgevolgd door zijn schoonbroer Frans Van Kelecom (°Kumtich 12 juni 1870).
Bevolkingsregister 1910/1911: Victor (‘rentenier’) en Philomena woonden toen in Malendries, Dries 21 (in de huidige Kerkstraat nr. 7).

Maria Leonia Kemels (zie foto hieronder)
° Kerkom, 4 november 1843; doopsel 5 november, peter Bartholomeus Grammet, meter Maria Virginia Vangramberen
† Lubbeek, 13 mei 1924
x Kerkom, 14 januari 1869 met Augustinus Tambeur (brouwer in Lubbeek, °St.-Joris-Winge 2 april 1834 – †Lubbeek 10 maart 1875), zoon van Petrus Franciscus Tambeur en Maria Josepha Schrevens; vier kinderen (dochters) geboren in Lubbeek tussen 1870 en 1874, van wie er twee trouwden met Wera’s uit Binkom.
xx Lubbeek, 12 september 1878 met Linus Van Hellemont/Van Helmont (°Lubbeek 10 februari 1841 – †Lubbeek 24 augustus 1904), zoon van Joannes Franciscus en Anna Maria Edens; ook Linus werd brouwer; drie kinderen geboren in Lubbeek tussen 1879 en 1882: Leonia kreeg dus zeven kinderen.
Zowel met haar eerste als met haar tweede echtgenoot woonde Leonia op de Plaats in Lubbeek.

Mathilda Kemels
° Kerkom, 19 mei 1846; parochieregister: 18 mei geboorte en doopsel, peter Petrus Franciscus Wera, meter Petronella Van Hacht
† Lier, 19 september 1886
Mathilde werd, met de naam Josephina, kloosterzuster in Lier bij de gasthuiszusters-augustinessen: intrede 16-09-1867 – professie 11-08-1869. In januari-februari werd ze in Kerkom uitgeschreven en in Lier ingeschreven, waar ze eerst woonde in het oude St.-Elisabethziekenhuis (Berlaarstraat 28), daarna in het nieuwe St.-Elisabethziekenhuis (Mechelsestraat 58).****

Victor Kemels
° Kerkom, 24 september 1848; doopsel 25 september, peter Joannes Franciscus Van Hacht uit Lubbeek, meter Maria Catharina Wera uit Butsel
† Kerkom, 10 juni 1911, ongehuwd
Volgens het bevolkingsregister van 1901 woonde hij bij zijn broer Felix, de molenaar. Hij staat opgetekend als ‘landbouwer en uitbater van eener zandkuil’.
Volgens het bevolkingsregister van 1910/1911 woonde hij in dat jaar, ongehuwd, samen met zijn zus weduwe Justina Kemels, die als ‘hoofd’ staat ingeschreven. Hij was toen rentenier.

Joannes Josephus Kemels (zie ook volgend bericht)
° Kerkom, 10 juli 1852; doopsel 11 juli, peter Joannes Josephus Van Hacht uit Lubbeek, meter Justina Kemels uit Kerkom
† Vissenaken, 27 februari 1925
x Kerkom, 22 mei 1886 met Maria Petronella Amelia Lambrechts (°Kerkom 1 mei 1863 – †Vissenaken 5 november 1918), dochter van Petrus Lambrechts en Maria Catharina Wouters; vier kinderen geboren in Kerkom/Vissenaken tussen 1886 en 1893
Jozef was molenaar in Vissenaken. Op 19 oktober 1886 kocht het echtpaar Kemels-Lambrechts er de Dalemse Molen van Clement Polus-Pardon (bron: http://www.molenechos.be). Zijn nakomelingen zijn in die Velpemolen tot vandaag actief.

 

————————————————————————————
Maria Leonia Kemels.jpg
Maria Leonia Kemels, 1843-1924
(fotocollectie Luc Van Hellemont, Lubbeek)

 

Kemels 2 - kopie.jpg
Bidprentje Joanna Baptista Kemels, 1811-1892
(fotocollectie Luc Vanhellemont, Lubbeek)

—————————————————————————————
* Het echtpaar Kemels-Vanparys kocht het molengebouw met bijhorende gronden van erfgenamen van molenaar Arnold Geens van Neerlinter (later werd dat Drieslinter). De Geensen vonden we in verschillende Hagelandse gemeenten als molenaars terug, tot in Hoegaarden. Van de Binkomse molenaar Geens stam ik af langs vaderszijde.

∗∗ L. Vanhove, De eigendomsstruktuur in Kerkom in de tweede helft van de 19e eeuw, in: Oost-Brabant, 1981, jg. 18, nr. 4, p. 218-226.

∗∗∗ V. Brams, Burgerlijk beleid in Kerkom. Vanaf de Belgische onafhankelijkheid, in: Velpeleven, jg. 2007, nr. 4, p.148.

∗∗∗∗ Info ook van de stad Lier en uit K. Suenens en A. De Staercke, Eén van hart en één van ziel. Geschiedenis van de gasthuiszusters-augustinessen van Lier 1130-2005, Lier-Leuven, 2005, p. 498.

LOUIS WERA (°KERKOM 1867 – †LUBBEEK 1944)


Een zoektocht naar de afstamming en jeugdjaren van Louis Wera


Een verre Wera-verwant vroeg me of ik niet meer gegevens had over zijn overgrootvader Louis Wera (1867-1944), die een likeurhandel in het centrum van Lubbeek had. Wie was zijn vader? Waar bracht hij zijn kinderjaren door?

Enkele jaren geleden al zag ik Louis’ graf  op het oude kerkhof van Lubbeek, aan de zuidkant van de kerk. Hij ligt er begraven samen met zijn vrouw en dochter Victoire.  Louis stierf in Lubbeek op 29 december 1944 (info gemeente).

 

Graf Wera-Meeus Lubbeek aan zuidzijde kerk, 2013 (1).JPG


Bij mijn recente zoektocht kreeg ik eerst de huwelijksakte van Louis in handen. Hij wordt erin Petrus Franciscus Wera genoemd; over die naam lees je hieronder meer.
Het huwelijk werd gesloten in Lubbeek op 4 november 1891. In de huwelijksakte nr. 17 van de burgerlijke stand lezen we onder andere de volgende gegevens:

Bruidegom: Petrus Franciscus Wera, 24 jaar, geboren te Kerkom, ‘likorist’, woonachtig in Brussel.
Bruid: Maria Elisabeth Meeus, 26 jaar, geboren in Lubbeek, landbouwster, woonachtig in Lubbeek.
Zij sloten een huwelijkscontract bij notaris Arthur Joseph Peeters in Lubbeek.
Eén van de  getuigen was Henricus Meeus, ‘kozijn’ van de bruid, 59 jaar, wonende in Brussel, ‘likorist’.

Echtgenote Maria Elisabeth Meeus werd geboren in Lubbeek op 14 februari 1865 als dochter van Joannes Petrus Meeus, 42 jaar, en Anna Ludovica Huygens; zij waren landbouwers. In het Lubbeekse bevolkingsregister van 1881 en volgende jaren (bladz. 281) lezen we dat vader Meeus geboren was in Sint-Pieters-Rode op 12 november 1821 en zijn vrouw in Lubbeek op 13 november 1821. Als adres hadden ze ‘Droogenhof’, gelegen naast het ‘Heideken’. Ook Louis heeft daar na het sluiten van zijn huwelijk in 1891 een tijdje gewoond; hij (‘Pierre Franciscus’) staat bij het gezin Meeus onder nummer 7 vermeld.
Maria Elisabeth overleed in Lubbeek op 2 juli 1934 (info uit bevolkingsregister).

Het echtpaar Louis Wera-Meeus kreeg veel kinderen.
Uit de Lubbeekse geboorteregisters tot 1900 en de latere bevolkingsregisters noteerde ik de geboorte van de volgende kinderen:
   1 Joannes Baptista Eugenius (‘Eugenius’ onduidelijk), Leuven 20 juli 1892
   2 Joannes Emilius, Lubbeek 1 juli 1893
   3 Henricus Joseph, Lubbeek 26 januari 1895
   4 Anna Maria Victoria, Lubbeek 26 januari 1896
   5 Maria Ludovica, Lubbeek 22 december 1897
   6 Petrus Theophilus, Lubbeek 23 mei 1899
   7 Maria Virginia Ghislena, Lubbeek 18 februari 1901
   8 Maria Octavia Clementina, Lubbeek 23 oktober 1902
   9 Julius Vitalis, Lubbeek 20 (?) maart 1904

In de bevolkingsregisters van 1891-1900 (folio 12) en 1901-1920 (blad 59) wordt ‘Dorp, Hond’ als adres van het gezin Wera-Meeus vermeld, met in 1891 het nummer 13 en in 1901 het nummer 57; dat kan dezelfde woning geweest zijn want de straatnummers werden vaak aangemaakt door de ambtenaar die het bevolkingsregister opstelde. ‘De Hond’ is het deel van Lubbeek-centrum dat naar Kerkom leidt; oudere mensen noemen het stuk van onderaan het klooster tot aan de lagere school nog ‘Op den Hond’ (info van o.a. Kris Scheys, Heemkundige Kring Libbeke).

In het bevolkingsregister 1901-1920 wordt ‘likorist, herbergier’ vermeld als het beroep van Louis. Zijn echtgenote kreeg geen beroep toegewezen.

Het vroegere huis van Louis, niet groot en ondertussen wat verbouwd, draagt vandaag het nummer 9 van de Dorpsstraat (het staat te koop). Deze info kreeg ik van Philemon Wera (Gellenberg 15) en van Marcel Vleminckx (Dorpsstraat 13). De nu ca. 85-jarige Marcel (destijds schoenenverkoper en onderhoudsman in de tegenoverliggende zustersschool) herinnert zich buur Louis nog goed: wat kromme benen, sigaar in de mond, vertrekkend met paard en koets om als ‘grossist’ van likeuren, wijnen en rookgerief cafés te bedienen.
We zagen dat Louis bij zijn huwelijk in Brussel woonde. Wellicht was dat bij Henricus Meeus, getuige bij het huwelijk en familielid van de bruid, die er een likeurzaak had.
Na het overlijden van Louis zette dochter Victoire de Lubbeekse winkel verder.

Over de afkomst van Louis.
In de Kerkomse geboorteakte nummer 2 van 29 januari 1867 lezen we:
Maria Catharina Wera (70 jaar, landbouwster, geboren in Neerbutsel en woonachtig in Kerkom) meldt aan burgemeester G. Ludovicus Wera (mijn overgrootvader langs moederskant, zie de berichten van deze blog  van 28-03-2010 tot 26-05-2010) de geboorte van een kind van haar dochter Maria Octavia Wera (29 jaar, landwerkster, wonende in Kerkom): Petrus Franciscus Wera, °28 januari 1867.
De jongen werd op 29 januari gedoopt onder de naam ‘Petrus Ludovicus’. Peter was Ludovicus Wera en meter Catharina Wera. Catharina was meer dan waarschijnlijk zijn grootmoeder Maria Catharina en Ludovicus zijn oom Petrus Ludovicus. Over deze Ludovicus hieronder meer.
Zijn officiële voornamen ‘Petrus Franciscus’ (ook de naam van zijn grootvader langs moederszijde) berusten  wellicht op een vergissing. De pastoor hoorde bij het doopsel de naam ‘Petrus Ludovicus’ vallen (zijn peter heette ook zo) en zo werd de roepnaam van de jongen ‘Louis’.

Een week na Louis’ geboorte, op 6 februari 1867 om 11 uur ’s avonds, overleed  zijn moeder Octavia.  In het parochieregister, dat wellicht foutief als sterfdatum 7 februari geeft, lezen we dat zij op 8 februari werd begraven.
Octavia was geboren te Kerkom op 26 januari 1838 en kreeg toen de namen ‘Maria Barbara Octavia’.

En de vader van Louis?
In de nog bestaande archieven van Kerkom is er nergens sprake van de vader van Louis. En de mogelijke ‘getuigen’ zijn inmiddels gestorven …
Wie kan die vader geweest zijn? Een ‘bemiddeld man’, zoals werd verteld?  Octavia was ‘landwerkster’ en de kans is reëel dat zij dat was op de boerderij van mijn overgrootvader, die vlakbij haar woning lag – veel grote boerderijen waren er daar in Kerkom niet. De hoevegebouwen, waarin heel wat mensen woonden, maakten deel uit van het kasteelcomplex en daarin verbleven vooral tijdens de zomer ‘welgestelden’ uit de hogere burgerij van Tienen en Leuven …
Een kleinzoon van Louis schrijft dat hem werd verteld dat door het overlijden van Octavia het voorgenomen huwelijk niet meer kon plaatsvinden. Moest dat waar zijn, ging het wellicht niet om een ‘kasteelbewoner’ of een dergelijke persoon …
Louis werd geboren in de woning-herberg van zijn grootmoeder Catharina Wera, gelegen aan de kerk. Het was natuurlijk een plek waar veel volk over de vloer kwam. En er leefden daar ook ongehuwde dochters … Op 1 april 1843 werd er geboren Maria Barbara Wera, de natuurlijke dochter van de twintigjarige Anna Maria Wera, zus van Louis’ moeder. Een tweede natuurlijk kind van haar was Henricus Josephus, geboren op 20 februari 1846. Een derde natuurlijk kind was Petrus Ludovicus, geboren op 2 februari 1849 en overleden op 6 december 1852. De eerste twee kinderen werden veel later gewettigd door het huwelijk op 16 juni 1859 tussen Joannes Franciscus Laenen en Maria Elisabeth Wera (wellicht andere naam voor Anna Maria?). In het kleine Kerkom was de geboorte van een natuurlijk kind heel uitzonderlijk!
Het staat alleszins vast dat de moeder van Louis geen huwelijk sloot voor de geboorte van haar eerste kind. Dat zou inderdaad mogelijk kunnen wijzen op een biologische vader van een zekere stand, maar ook op een man zonder bestaansmiddelen …

En wat gebeurde er met Louis na het overlijden van zijn moeder?
Voortgaande op het Kerkomse bevolkingsregister van 1867 en volgende jaren (bladz. 3) leefde Louis bij zijn grootmoeder Maria Catharina Wera, weduwe van Petrus Franciscus Wera (†6 maart 1850). Haar woning stond aan de kerk, Plaats nr. 3, waar zij landbouwster was, maar waar zij en haar overleden man, zoals hierboven al verteld, ook een herberg hadden. Franciscus kreeg in officiële documenten de volgende beroepen toegeschreven: ‘landbouwer, winkelier, herbergier, tapper’. Louis staat bij het gezin vermeld onder nummer 5.
Datzelfde bevolkingsregister van 1867 geeft als info dat Louis, alias Petrus Franciscus, in januari 1877 in Kerkom werd uitgeschreven en dat hij naar Roosbeek verhuisde. De toen tienjarige Louis volgde zijn oudere neef Josephus Laenen (°Kerkom 20 februari 1846) en diens vrouw en kinderen naar de buurgemeente. De Laenens woonden tot dan ook in bij grootmoeder Catharina.

Maar dan duikt een probleem op met de bevolkingsregisters (en met de voornaam van Louis). In het volgende Kerkomse bevolkingsregister dat wellicht pas in 1881 werd opgemaakt, vinden we grootmoeder Maria Catharina (nr. 3) terug samen met haar zoon Petrus Ludovicus (nr. 1) en diens vrouw, en als persoon nummer 4: Petrus Ludovicus Wera, neef van nummer 1 en geboren te Kerkom in 1867. Dat is beslist onze Louis, die in andere officiële akten nooit met die naam wordt genoemd. Bleef hij dan toch in Kerkom wonen, keerde hij terug van Roosbeek, of is dit een vergissing? Het is geweten dat de bevolkingsregisters fouten en onvolledigheden bevatten. Bovendien kan er niet nagetrokken worden waar Louis eventueel in Roosbeek woonde. Alle registers van de burgerlijke stand van die gemeente gingen in de Eerste Wereldoorlog bij de brand van het gemeentehuis (en respectievelijk voor de kopies ervan de brand van het Leuvense justitiepaleis) verloren.

Ik vermoed – ben daar vrijwel zeker van – dat Louis nooit naar Roosbeek trok, maar dat hij in het bevolkingsregister van 1867 foutief werd uitgeschreven; alleen zijn neefjes Laenen vertrokken. Het is meer aanneembaar dat hij in Kerkom bleef wonen bij zijn grootmoeder en zijn peter Ludovicus. Rond 1880 had hij als officieel adres alleszins Kerkom.

Louis’ peter, Petrus Ludovicus Wera (°Kerkom 15 januari 1834), trouwde op 26 juli 1860 in Kerkom met de veel oudere Petronella Wera (°Binkom, 3 mei 1819, oudere zus van mijn overgrootvader G.L. Wera). Zij verlieten Kerkom op 1 september 1860 en werden pachters op een boerderij in Lubbeek, op het Heideken (nr. 26), dichtbij de grens van Lubbeek en Kerkom (het stuk land of het adres werd ook ‘Parkzielemis, Sillemis’ genoemd). Op 19 augustus 1861 kregen zij daar een dochter die na de geboorte overleed; op 29 maart 1865 werd dochter Maria Antonetta Julia geboren, die een maand later overleed.
Ludovicus en Petronella verlieten op 20 juli 1877 hun Lubbeekse boerderij en trokken opnieuw naar Kerkom, waar ze dus aan de ‘Plaats’ samenwoonden met hun (schoon)moeder Catharina. Hun vroegere Lubbeekse boerderij werd nu gepacht door mijn andere overgrootvader, Lambertus Henricus Fets. Na hem kwam de grotere hoeve in handen van de (via de stam Fets aan mij verwante) Van Kelecoms, en is dat vandaag nog. Het huidige adres is ‘Struisveldweg 1’; oude gebouwen staan er evenwel niet meer. Zie hiervoor ook het bericht van 02-09-2007 op deze blog.
Zou het niet kunnen dat onze Louis daar op het Lubbeekse Heideken, niet zo ver van de woning van zijn Kerkomse grootmoeder, in die vrij grote hoeve verschillende jaren heeft gewoond, terwijl hij officieel ingeschreven bleef in Kerkom? En dat zijn peter Ludovicus de familie Meeus kende? Die woonde ten andere op het op wandelafstand gelegen Drogenhof. Een dienstmeid van Ludovicus heette bovendien Maria Josepha Meeus (°Binkom 1841), alhoewel de naam ‘Meeus’ in die streek nog wel voorkwam.

Of werd Louis opgevangen op de Lubbeekse Herendaelhoeve gelegen aan de grens met Pellenberg?  Ik vind zijn naam daar evenwel niet terug, en er bestonden bovendien geen nauwe (familiale) banden tussen de negentiende-eeuwse Wera’s en de toenmalige Herendaelpachters Scheijs en (vanaf 1883/84) Theys.

Jef Theys (°1928), vader van de huidige Herendaelexploitant Luc, herinnert zich Louis nog goed. Men was daar op Herendael – zijn vader heette Theofiel en zijn grootvader Jef – immers ‘niet vies van een witteke’. Moest onze Louis op Herendael opgevangen geweest zijn, had Jef, een man met een levendig, scherp geheugen, daar zeker weet van gehad. Zo hoorde hij wel aan tafel vertellen dat Louis als wees met zijn likeurzaak toch goed geboerd had.

Louis’ grootmoeder Catharina Wera overleed te Kerkom op 30 juni 1883.
Tante Petronella Wera overleed te Kerkom op 13 mei 1891. Haar man Ludovicus was toen herbergier aan de kerk; hij had dus blijkbaar de job van zijn ouders overgenomen. In 1901 woonde weduwnaar Ludovicus als alleenstaande in Malendries, Binckomstraat 9. Op 29 oktober 1903 werd hij te Kerkom uitgeschreven en vertrok hij naar Namen. Daarvoor heb ik geen verklaring.

Over Louis’ grootouders en overgrootouders
Louis’ grootmoeder Maria Catharina Wera werd geboren en gedoopt te Neerbutsel op 14 augustus 1798 (het parochieregister plaats bij de geboorte ‘Thenis’, Tienen?). Zij was de dochter van Petrus Franciscus Wera (°Roosbeek 3 november 1771 – †Neerbutsel 5 april 1857) en Maria Elisabeth Vangramberen (°Binkom 26 januari 1771 – †Neerbutsel 15 mei 1845).
Catharina trouwde op 18 december 1823 in Neerbutsel met Petrus Franciscus Wera. Hij werd geboren te Butsel op 18 september 1794 als zoon van Petrus Wera (°Butsel 29 juni 1764 – †Roosbeek 28 september 1801) en Maria Elisabetha Van Haegendoren (°Roosbeek 26 april 1765 – †Roosbeek 14 februari 1848).

Catharina en Franciscus, die naar Kerkom trokken, waren verwant aan elkaar. Joannes Georgius Wera die in Butsel woonde (zie het blogbericht van 01-11-2010), een van de zonen van de Lubbeekse Herendaelpachter Henricus en ook mijn voorvader, was de grootvader van Franciscus en de overgrootvader van Catharina.

Zoals al vermeld overleed Franciscus te Kerkom op 6 maart 1850 en Catharina op 30 juni 1883.

Verslag van juni 2012.
Correcties en aanvullingen welkom!

 

 

HERENDAALPACHTERS IN DE 17DE en 18DE EEUW

Mijn voorvader Henricus Wera was pachter van het Lubbeekse Herendaalhof van 1699 tot 1731. Toen werd hij opgevolgd door zijn zoon Guilielmus. Na diens dood in 1786 zette zijn echtgenote Anna Stroobants de exploitatie nog twaalf jaar alleen voort. Ondertussen was de Parkhoeve openbaar verkocht. Zie de berichten op deze blog van 03-04-2011 en 31-08-2011.

Voorvader Henricus Wera trouwde in 1700 de weduwe van pachter Paulus Taverniers, Catharina Schoensetters. Ook haar grootouders aan moederskant, Joannes De Vroije en Maria Froninx, waren pachters van het Herendaalhof geweest. Hieronder lees je het verhaal van de pachting van het Herendaalhof voorafgaand aan Wera’s periode, aangevuld met familiale gegevens. Ook op de Geneanet-website staan ze.
Geraadpleegde bronnen: Archief Abdij Park (o.m. cartularium Lubbeek-Herendael, registers rekeningen Park), parochieregisters, de reeds vermelde werken van F. Maes en S. Van Lani over de Parkhoeven.

 

4 Herendaalhof (J. Halflants).JPG

Het Lubbeekse Herendaalhof gezien vanaf de achterzijde, circa 1700.
Tekening J. Halflants.

 

Joannes Brants/Brandts, gehuwd met Anna Vorsters, pachtte Herendaal van ca. 1637 tot 1655.
(Zie ook W. Everaerts, ‘De miraculeuze genezing van Jan Brants (Brans) in 1646’ in Lubbeekse Historische Tijdingen, nr. 7/2011, p. 66. Deze Jan Brants was toen 13 jaar en misschien de zoon van de Herendaalpachter. Hij was alleszins de zoon van een grotere boer.)

Dan was het de beurt aan het echtpaar Joannes De Vroije/Devroye/De Vroij/De Vrooij/De Vroeij en Maria Froninx/Froonincks/Froonincx/Vroenincx etc. (mijn voorouders) van 1656 tot 1673. Hilarius en Maria Van Hove, Jans ouders, woonden in Bierbeek.
Jan werd op 10 november 1668 door militairen gedood, en in de kerk van Lubbeek begraven. Na zijn dood zette Maria (Mayken) de pacht verder. Ook zij werd, op 24 januari 1692, in de parochiekerk begraven.

Het paar De Vroije-Froninx kreeg zeven kinderen. Hun oudste kind was Barbara De Vroije, die trouwde met Henricus Schoensetters. De tweede dochter van dit laatste paar, Catharina, trouwde achtereenvolgens met Herendaalpachters Paulus Taverniers en Henricus Wera: zie hieronder.

Kinderen De Vroije-Froninx:
1  Jacobus De Vroije (pachter Herendaal, zie hieronder)
° Korbeek-Lo, 5 augustus 1646 (correctie juli 2019)
† Lubbeek 11 oktober 1689, begraven in de kerk
2 Barbara De Vroije (voorouder)

° Korbeek-Lo, 17 januari 1649 (correctie juli 2019)
† Lubbeek, 11 mei 1730
x Lubbeek, 17 februari 1675 met Henricus Schoensetters 
xx ca. 1680 met Petrus Scheijs*
3  Joannes De Vroeij
° Lubbeek 17 mei 1656
4  Joannes De Vroije
° Lubbeek 27 december 1657
† Lubbeek 23 november 1690
x Lubbeek 25 maart 1683 met Maria Costermans, wellicht de weduwe van (voorouder) Gerardus Scoensetters († 1682); vier kinderen Lubbeek 1684-1689
5  Maria De Vroije
° Lubbeek 3 augustus 1660
6  Gerardus De Vroije
° Lubbeek 20 september 1663
† Lubbeek oktober 1676 (geen dag vermeld), begraven in de kerk zonder mis wegens militaire teisteringen
7  Hilarius De Vroije
° Lubbeek 31 augustus 1666
† Lubbeek 27 februari 1708

x Lubbeek 10 november 1685 met Maria Jonaert; 5 kinderen Lubbeek 1686-1699

Jacobus De Vroije – zoon van het koppel De Vroije-Froninx en dus de broer van mijn voorouder Barbara – pachtte het hof vanaf 1673 tot aan zijn overlijden in 1689. Zijn vrouw Catharina (de) Wauteleers werd misschien, rond 1651, in Binkom geboren.

Kinderen De Vroije-Wauteleers:
1 Jacobus De Vroije, °Lubbeek 19 maart 1676
2 Henricus De Vroije, °Lubbeek 11 december 1678 (op 9 oktober 1700 sterft een Henricus De Vroije, wordt begraven in de kerk)
3 Catharina De Vroije, °Lubbeek 25 oktober 1681

Jacobus De Vroije werd op 11 oktober 1689 in de kerk van Lubbeek begraven. Zijn weduwe Catharina Wauteleers hertrouwde op 7 mei 1690 in Lubbeek met Paulus Taverniers, die de nieuwe Herendaalpachter werd. Pauwel werd op 16 oktober 1667 te Korbeek-Lo geboren**.

Kinderen Taverniers-Wauteleers:
1 Guilielmus Taverniers, °Lubbeek 24 september 1693
2 Tweede kind alleen in sterfteregister: Taverniers N.N., Lubbeek 31 augustus 1694, vader Paulus, begraven in de kerk

Ook in januari 1700 wordt er een kind van Paulus Taverniers in de kerk begraven – geen voornaam vermeld; was het Guilielmus?

Het was tijdens de pacht van Taverniers dat Franse soldaten in 1693 de Herendaalhoeve platbrandden. De heropbouw duurde tot 1698.
Op 29 december 1695 werd Catharina Wauteleers in de kerk begraven. Nog geen twee maanden na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde Paulus Taverniers op 21 februari 1696 in Lubbeek met Catharina Schoensetters, de kleindochter van het hierboven vermelde echtpaar De Vroije-Froninx (°Pellenberg ca. 1676?).

Kinderen Taverniers-Schoensetters:
1 Petrus Taverniers
° Lubbeek 22 november 1696, peter Petrus Schijes, meter Maria Jonarts
† Holsbeek 14 juli 1748
x Holsbeek 14 maart 1721 met Maria Castermans (1689-1763); waaruit 8 kinderen 
2 Joannes Taverniers
° Lubbeek 24 januari 1698, peter Joannes Jonaert, meter Barbara De Vroije
† Pellenberg 22 oktober 1756
x Pellenberg 10 mei 1719 met Joanna Van den Put

Een goede drie jaar na zijn huwelijk met Catharina Schoensetters overleed pachter Taverniers. Ook hij werd in de Lubbeekse kerk begraven, op 24 oktober 1699.
Catharina hertrouwde het jaar daarop (23 juli 1700) met Henricus Wera (mijn voorouder). Hij had Taverniers als pachter opgevolgd.

 

——————————————————–
* Petrus Scheijs werd in 1705 ‘vermoord door de Fransen’. Hij was toen pachter van het Hof te Schoonbergen in Lubbeek (info begrafenisregister).
De 19de-eeuwse Herendaalpachter Jacobus Schijs/Scheijs (°Lubbeek 9 maart 1769 – †Lubbeek 18 april 1844; burgemeester 1815-1828) was naar het schijnt de achterkleinzoon (?) van onze voorouder Barbara De Vroije uit haar tweede huwelijk met Petrus Scheijs. Uit haar eerste huwelijk met Henricus Schoensetters werd Catharina geboren, die haar tweede huwelijk met Henricus Wera sloot.

** De ouders van Paulus Taverniers waren:
Guilielmus Taverniers (pachter van de Hl. Geesthoeve te Korbeek-Lo)
° Kumtich 10 april 1635
† Korbeek-Lo 4 mei 1680
x Korbeek-Lo 18 mei 1666 met
Margareta Bogaerts
° Korbeek-Dijle 26 juni 1641
† Korbeek-Lo 20 maart 1696

———————————————————————————
De biografie van Ferdinand Mellaerts (zie bericht van 01-10-11) is nu ook te koop in de Plato-boekhandels van Tienen en Leuven.

 

DE OUDSTE ONS BEKENDE WERA’S

We weten dat Henricus Wera (1674-1746) in de eerste helft van de achttiende eeuw pachter was van de Lubbeekse Herendaalhoeve (zie berichten van 03-04-2011 en 31-08-2011). Hieronder lees je dat hij in Korbeek-Lo werd geboren, maar dat hij op jonge leeftijd met zijn ouders naar Pellenberg verhuisde, dat niet zo ver van zijn geboortedorp is gelegen. Toen hij 25 was, werd Hendrik pachter in de Lubbeekse wijk Herendaal, die tegen Pellenberg aanleunt. Zijn ouders waren Gerardus Wera en Maria Vroninx en zijn grootouders aan vaderskant Nicolaus Wera en Maria Nijs.

6 Geboorte Gerardus Wera, Bierbeek 30 april 1640 - kopie.JPG
Doopakte van Gerardus Wera, Bierbeek 30 april 1640 

Hendrik stamt uit het gezin Wera-Vroninx:
Gerardus Wera
° Bierbeek, 30 april 1640, zoon van Nicolaus Wera en Maria Nijs; peter Geerardus Wera, meter Maria St(?)aes in naam van Couleta(?) Futens
† Pellenberg, tussen 1693 en 1695
Maria Vroninx/Vronincx/Fronincx/Vrouninx
° wellicht Bierbeek, 21 april 1652, dochter van Hendrik Vroninx en Catharina Janssens; peter Jacob Vroninx, meter Maria Schell(?)ekens
† Pellenberg, 1685-1686

Zij trouwden te Bierbeek op 15 januari 1669.

Kinderen
Hun eerste kind, Henricus Wera, werd op 12 april 1669 gedoopt in de St.-Michielsparochie in Leuven. Het kind moet (wellicht) heel jong zijn gestorven, want een broertje kreeg nadien dezelfde naam.

In het doopregister van Korbeek-Lo vinden we van hen verder twee kinderen:
Barbara Wera (°23 mei 1670; peter Joannes Fronincx, meter Barbara Janssens – †wellicht Korbeek-Lo 17 augustus 1671, begraven in de kerk)
Henricus Wera (°1 maart 1674; peter Henricus Thilens, meter Clara Fronincx)

Dit laatste kind is mijn voorouder en werd de latere Herendaalpachter, tenzij ook deze Henricus als kind stierf en een jonger zoontje dezelfde naam kreeg. Tussen de geboorte van deze Henricus en die van het volgende kind laten de doopregisters een tijdsspanne van meer dan zeven jaar.
Via de bevolkingstelling van Pellenberg van 1693 leren we evenwel een ander kind kennen dat rond 1678 geboren is:
Cathlijn (Catharina) Wera, 15 jaar. Zij is geboren in Korbeek-Lo of al in Pellenberg.

Gerardus Wera en zijn vrouw, die in Korbeek-Ko een hoeve pachtten, verhuisden naar Pellenberg. Daar werd Gerardus, zo vertelde me Paul Wera (Tessenderlo), pachter op de eeuwenoude hoeve die zich bevond op de plaats waar nu het Kastanjehof staat (Ganzendries 65). Deze hoeve was in de middeleeuwen eigendom geweest van het nonnenklooster van Gempe (Sint-Joris-Winge). Van de hoeve rest nog een 18de-eeuwse schuur.

In het doopregister van Pellenberg staan van het echtpaar Wera-Vrounincx drie kinderen opgetekend:
Maria Theresia Wera (°22 augustus 1681; peter Laurentius Wera, meter Maria Wera)
Michael Wera (°27 november 1682; doopgetuige Judocus Jansens in de naam van Michael Van Asbroeck en Maria Scheij (sic) in de naam van … niet genoteerd)
Margareta Wera (°13 februari 1685; peter Nicolaus Wera, meter Margareta Vrouninx)

Na de dood van zijn vrouw hertrouwde Garardus Wera met Catharina Jochmans/Jonghmans.
Uit dit huwelijk werden in Pellenberg vier kinderen geboren:

Anna Maria Wera (°28 oktober 1687; peter Arnoldus Grego, meter Maria Moës)
Nicolaus Wera (°21 december 1688; peter Nicolaus Jochmans, meter Elisabetha Bredons)
Elisabetha Wera (°16 december 1689; peter Nicolaus Jochmans en Elisabetha Bredou/ns)
Elisabetha Wera (°27 oktober 1693; peter Judocus Janssens, meter Maria Doms)

In de volkstelling van 1693 staat Gerardus (Geeraert) Wera vermeld met zijn huisvrouw, drie kinderen, een knecht en een meid.

Van Gerardus kennen we in totaal dus tien kinderen; het waren er in werkelijkheid misschien meer.

Na het overlijden van Gerardus tussen 1693 en 1695 huwde zijn weduwe Catharina Jonghmans met Jacobus Van den Bosch. Zij kregen tussen 1695 en 1701 drie kinderen, aldus het parochieregister van Pellenberg.
In de hoofd-, beesten- en paardentelling van 1702 staat Jacobus Van den Bosch als pachter vermeld samen met zijn huisvrouw Catharina Jochmans: halve ploeg, 1 paard, 3 koeien, 2 runderen, 1 kalf, 1 varken. Was hij als pachter soms de opvolger van Gerardus Wera?
Er waren grotere pachters in het dorp, de grootste was wellicht Hendrick Scheijs getrouwd met Joanna Dillemans: 4 knechten, 2 ploegen, 4 paarden, 10 koeien …


Gerardus Wera stamt uit het gezin Wera-Nijs:
Nicolaus Wera/Weraij
† Bierbeek, 28 juli 1654; … obiit Nicolaus Wera villicus prope Lovanium: Nicolaus pachtte dus een hoeve nabij Leuven.

Nicolaus trouwde driemaal:
x ???
xx Anna Van Malcot
† Bierbeek, 11 september 1638; ‘tweede echtgenote van Nicolaus Weraij’

Kinderen
met Anna Van Malcot:
Anna Wiera, °Bierbeek 8 november 1632; peter Lambrecht Denijs, meter Anna Wiera (toevoeging van 23-11-2021)
Petrus Wera, °Bierbeek 30 november 1634; peter Petrus Wera, meter Gertrudis De Witte

xxx  Bierbeek, 2 januari 1639 (getuigen Joannes Nijs en Anthonius Hermans; … qui anti contraxerunt sponsalia Lovanii) met
Maria Nijs (Neijs)
† Bierbeek, 29 juli 1645; ‘derde echtgenote van Nicolaus Weraij’

Kinderen met Maria Nijs:
Gerardus Wera, voorouder (°Bierbeek 30 april 1640)
Maria Wera (°Bierbeek 23 december 1642; peter Egidius Dockx, meter Anna De Munter)

Van voorouder Nicolaus Wera kennen we dus met zekerheid vier kinderen, twee uit zijn tweede huwelijk en twee uit zijn derde huwelijk, maar wellicht waren er nog meer (zie hieronder).
Hij was pachter in Bierbeek op een hoeve gelegen nabij Leuven.

2 Huwelijk Nicolaus Wera(ij) en Maria Nijs, Bierbeek 2 januari 1639 (2).JPG
Huwelijksakte van Nicolaus Wera en Maria Nijs, Bierbeek 2 januari 1639

Nicolaus was misschien de broer van *
– Henricus Wera/Wijra die op 12 februari 1647 in Bierbeek huwde met Barbara Thilens/Thielens/Tilens (van wie zes kinderen geboren in Bierbeek en Pellenberg);
– Barbara Wera die op 18 april 1651 in Bierbeek huwde met Adrianus Van Hove (bij de ondertrouw op 12 maart was een Nicolaus Wera getuige). Aanvulling van 12 maart 2013: In 1662 pachtte dit koppel het Dalemhof in Bierbeek, dat toen eigendom was van het Leuvense Atrechtcollege. Rond 1682 nam Maria, die weduwe was geworden, het contract over. Rond 1695 werd er een nieuwe pachter aangesteld. (Bron: K. Bovin, V. Goedseels en P. Van Mellaert, Boerderijen in Bierbeek, Leuven, 1985, p. 147.)

* Vandaag (23-11-2021) denk ik eerder dat Henricus en Barbara daarvoor te jong waren. Wellicht waren het oudere kinderen van Nicolaus, uit zijn eerste huwelijk. Voor de kinderen van Henricus Wera-Thilens verwijs ik naar mijn bladzijden op Geneanet (https://gw.geneanet.org/julens). 

4 Overlijden Nicolaus Wera, Bierbeek 28 jui 1654 (1) - kopie.JPG
Overlijden van Nicolaus Wera, Bierbeek 28 juli 1654