De molenaars Kemels in Vlaams-Brabant en Antwerpen

Molenaars waren eeuwenlang een speciaal soort mensen. In hun zoektocht naar een geschikte water- of windmolen waren ze niet bang om hun woning, dorp of streek te verlaten. Hun specifieke beroep vereiste inzet, technische kennis en geld. Het pachten, kopen of bouwen van een molen was een dure en riskante onderneming; bij succes was het wel een bron van goed gewin.

Twee takken van mijn voorouders waren eeuwenlang molenaars: Geens en Kemels. De Geensen, afkomstig van Zaventem en omgeving, waren in vele Hagelandse dorpen actief (zie categorie ‘Familie Geens en verwanten’). Ook de molenaars Kemels (zie categorie ‘Familie Kemels en verwanten’) waren in dat Hageland aanwezig: uiteraard in Kerkom, het dorp waarin ik als kind woonde, en ook bijvoorbeeld in Vissenaken en Pellenberg. In dat laatste dorp kocht Joannes Baptista Kemels in 1769 de windmolen gebouwd door de Leuvense gasthuiszusters.  Bij de zoektocht naar diens voorouders belandde ik enkele jaren geleden in de provincie Antwerpen. Met de hulp van genealogen als Lodewijk Mertens, Danny Matthé en Fons Verwimp raakte ik wegwijs in hun familieverbanden. De laatste weken raadpleegde ik daaromtrent zelf meer archiefstukken en bracht ik nieuwe gegevens aan op mijn Geneanet-stamboom (https://gw.geneanet.org/julens_w?lang=nl&m=S&n=Kemels&p=).


Mijn voorouders Kemels, molenaars, in opgaande lijn:

Joannes Baptista Kemels (°Linden-Lubbeek 1811 – †Kerkom-Boutersem 1892, (betovergrootvader), watermolen Bijvoorde-Kerkom
Philippus Lambertus Kemels (°Pellenberg-Lubbeek 1787 – †Pellenberg 1814),
Gasthuismolen Pellenberg, windmolen (eigendom ouders) 
Joannes Baptista Kemels (°Wezemaal-Rotselaar 1744 – †Pellenberg 1814),
Gasthuismolen Pellenberg (aankoop 1769)  – zie ook 1
Lambertus Kemels (°Vorselaar 1714 – †Tielen-Kasterlee 1781),
watermolen Tielen (aan de Aa gelegen)  – zie ook 2
Cornelius Kemels (°Noorderwijk-Herentals 1686 – ???),
Heimolen Schoten (bij Antwerpen), windmolen (en later ook in Sint-Pieters-Rode?)
Walterus Kemels (°Schriek? – †Noorderwijk 1696),
Gasthuismolen Noorderwijk, windmolen  – zie ook 3

(1) Joannes Baptista was in 1794 partij bij de aanvraag voor de bouw van een graanwindmolen in Westerlo – hij had blijkbaar in Pellenberg goed ‘geboerd’!

(2) Het eerste kind van Lambertus Kemels, Joannes Baptista, werd in 1744 te Wezemaal geboren. Het dorp had toen een water- en een windmolen. Misschien was Lambertus hier, voor zijn komst in Tielen, een tijd in een van die molens werkzaam. De voorganger van zijn zoon Joannes Baptista op de Gasthuismolen in Pellenberg, Martinus Wauters (x Josina Van Camp), was voordien ook molenaar in datzelfde Wezemaal.
Lambertus Kemels trouwde met Anna Wouters. Haar vader Adrianus (1681-1759) pachtte decennialang (1716-1745) de Buulmolen van Olen (windmolen). Diens vader, met dezelfde voornaam, was meier van het naburige Noorderwijk, alleszins van 1634 tot 1648.

(3) Na het overlijden van Walterus Kemels hertrouwde zijn vrouw Catharina Peeters met Lambertus Lambrechts (1669-1749), molenaar in Noorderwijk (Gasthuismolen), Gierle, Wechelderzande en Zoersel. Zijn broer Joannes trouwde met Joanna Kemels, dochter van Walterus en Catharina; ook hij was op dezelfde plaatsen als molenaar actief, wellicht ook in Schoten (Heimolen). Ook de vader van deze broers, Cornelius, was molenaar.
Twee zonen van de genoemde Lambertus Lambrechts, Jan en Lambert, kochten in 1774 de windmolen van Zoersel van molenaar Jozef Huypens.


In mijn vorige stukjes over Kemels gaf ik al  info over enkele molens (Kerkom, Vissenaken, Pellenberg, Lovenjoel, Tielen). Hierna volgen nog wat gegevens over de hierboven genoemde molens van Schoten, Noorderwijk en Olen. Bron: www.molenechos.org – met dank. 

Schoten: Heimolen, Schotenmolen, Molen van Villers
Het was een houten korenwindmolen (op staak), gebouwd voor 1683. Hij bevond zich op het toenmalige Molenveld, het Schotenhof; Grote Singel 37, 2900 Schoten.
De abdij van Villers verkocht in 1794 de molen aan ‘burgermensen’.
In 1889 werd de molen gesloopt en overgebracht naar een perceel aan de Kanaallei. Daar werd hij in 1903 vervangen door een nieuwe stenen stellingmolen, waarvan nu nog een deel zou bestaan.
Cornelius Kemels (°1686) was op deze Heimolen ooit de molenaar.

Noorderwijk (Herentals): Kleine Molen, Veldmolen, Stadsmolen, Gasthuismolen
De molen bevond zich aan de zuidzijde van Heesveld (nr. 20) in Noorderwijk (zuiden van huidige Herentals).
Deze korenwindmolen werd in 1482 gebouwd; eigenaar was het Gasthuis van Herentals.
In 1895 werd hij gesloopt.
Pachters waren onder anderen de hierboven al genoemde
– Wouter Kemels (x Catlijn Peeters): van 1689 tot 1698;
– Lambrecht Lambrechts: van 1698 tot 1711, vertrok dan naar Gierle;
– Jan Lambrecht (x Joanna Kemels): van 1712 tot 1714.

Olen: Buulmolen
De molen bevindt zich aan de zuidzijde van de Industrielaan, schuin tegenover de Sluizenstraat, in het gehucht Buul, gelegen aan de zuidzijde van het Albertkanaal.
Deze korenwindmolen (op staak met gesloten voet) werd voor 1362 gebouwd. Hij stond oorspronkelijk op Hoogbuul, ten noorden van het latere Albertkanaal.
Eigenaars waren de heren van Wezemaal en de Merode van Westerlo.
Vandaag is het een beschermd monument, met de gemeente Olen als eigenaar.
Van deze Buulmolen was Adrianus Wouters, schoonvader van Lambertus Kemels, bijzonder lang de pachter: van 1716 tot 1745. Hij moet dat, ook tot eigen financieel succes natuurlijk,  goed gedaan hebben; met de rentmeesters had hij een goede relatie.
Maar ook leed was Adriaans deel, zo schrijft Molenecho’s. Zijn ongehuwde broer Joannes, die op de molen werkte en woonde, werd op 22 juli 1725 door weversgasten vermoord. Twintig jaar later, op 11 juli 1744, brandde de molen af, maar hij werd binnen het jaar terug opgebouwd. In datzelfde jaar, op 8 augustus 1745, werd zoon Joannes Antonius op de molen neergeschoten door een buur die toen soldaat was.


Van dingen, toestanden en mensen die tot de verleden tijd behoren, kunnen mensen gaan houden, er zelfs een mythe van maken, zo zei auteur Monica Van Paemel onlangs op radio Klara. Molens met hun omgeving behoren daar zeker toe. Hierbij moet ik dan denken aan mijn overleden neef Paul Bauters met zijn uitgebreide onderzoek rond molens en de (dikke) boeken die hij daarover schreef. Toen zijn vrouw Dina Ulens in 2020 overleed, gingen de wieken van enkele Oost-Vlaamse molens in rouwstand –  mooi toch.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.