Arthur Wera, 1872-1945 (2)

Aanvullend beeldmateriaal bij het bericht van 30-01-2010

Arthur Wera, 1907

De 35-jarige Arthur Wera in 1907
(detail groepsfoto gemaakt ter gelegenheid van de viering van het 50-jarige burgemeesterschap van zijn vader)

____________________

Postkaart uit Rome, 28 april 1927

Postkaart van 28 april 1927 door Arthur vanuit Rome verstuurd naar zijn schoonbroer Joseph Billion en zijn zussen

____________________

Kaart vanuit Kerkom voor Jef Ulens

Postkaart van Arthur en zijn gezin aan zijn schoonzoon Jef Ulens, getrouwd met dochter Maria, 18 maart 1944

____________________

Overlijdensbrief Arthur Wera

Arthur Wera overleed te Kerkom op 4 maart 1945.
(De schrijver van deze verhaaltjes – ° augustus 1944 – heeft zijn peter-grootvader dus niet persoonlijk gekend.)

 

Arthur Wera, 1872-1945 (1)

Na de grote lijnen van de Fets-geschiedenis te hebben bekeken, richten we de focus nu op onze voorouders-Wera. Deze geschiedenis brengt ons vanuit Kerkom via Butsel, Lubbeek en Pellenberg naar Bierbeek, maar dan bevinden we ons al in de vroege 17de eeuw.

Mijn/onze moeder, Maria Wera (1914-1962), was het oudste kind van het Kerkomse gezin van Arthur Wera en Celestina Fets. Dit bericht brengt het verhaal van Arthur Wera, voor de huidige familiegeneraties grootvader, overgrootvader en betovergrootvader. 

Joannes Franciscus Arthur Wera werd geboren te Kerkom (Boutersem) op 14 augustus 1872, tussen 7 en 8 uur ’s morgens. Hij was het vierde van de zes kinderen van Ludovicus Wera en Justina Kemels, pachters op de kasteelhoeve. Zijn vader was ook burgemeester; hij oefende die functie gedurende 52 jaar uit. Arthurs twee oudere broers stierven op heel jonge leeftijd; zijn drie zussen zijn ons bekend als de tantes van Wezemaal.
Pastoor R.E. De Greef doopte Arthur op diens geboortedag zelf. Peter werd zijn oom Franciscus Kemels, meter zijn tante Petronella Wera.

Kopie van 6 - Geb. Arthur Wera 1872
Geboorteakte Arthur Wera; de vader vergat zijn handtekening te plaatsen.

Arthur Wera studeerde van 1889 tot 1892 in de Bisschoppelijke Normaalschool in Sint-Truiden, waar hij uiteraard op internaat was. Deze normaalschool van het bisdom Luik was in 1836 opgericht in Rolduc nabij Kerkrade. Na de afscheiding van Nederlands-Limburg van België werd de school in 1843 overgebracht naar Sint-Truiden en aldaar verbonden aan het Klein Seminarie. Na de Eerste Wereldoorlog verhuisde de school in 1920 naar het Heilig Hartinstituut in Mechelen-aan-de-Maas.
In het (Franstalige) inschrijvingsregister van de school vind je Wera terug onder het nummer 724. Begin augustus 1892 behaalde hij op twintigjarige leeftijd het diploma van onderwijzer; twaalf leerlingen studeerden toen af.

Het register van de voornoemde school vertelt ons ook dat Arthur na zijn studies ‘précepteur’ (huisonderwijzer, tutor) was in Villers-le-Temple. Dit dorp is vandaag een deelgemeente van Nandrin, gelegen in het zuidwesten van de provincie Luik, tussen Luik en Hoei. Ik kon nog niet achterhalen bij wie Arthur die job uitoefende, misschien op het kasteel ‘Bonne Espérance’, oorspronkelijk een verblijf van de Tempeliers, waar tussen 1875 en 1911 de familie Hecking woonde. (Deze familie is misschien verwant aan de Heckings van Neerlinter en Leuven – denk aan de vroegere wijnhandel Boon-Hecking.)

Van 1 juli 1897 tot Pasen (april) 1901 was Arthur Wera onderwijzer in de gemeenteschool van Lubbeek, die toen twee klassen telde.
Tijdens de zitting van de Lubbeekse gemeenteraad van 23 juni 1897 won Arthur het voor de functie van “hulponderwijzer” van een tegenkandidaat. Zijn jaarlijks “traktement” zou 1200 frank bedragen.
Hoofdonderwijzer Leo Norbert Lontie en Arthur waren toen verantwoordelijk voor 150 leerlingen …
Arthur koos snel voor een andere betrekking. Op 15 maart 1901 bood hij zijn ontslag als onderwijzer aan tegen Pasen. Op vraag van de gemeenteraad aanvaardde de gouverneur van Brabant op 16 april het eervol ontslag van Wera. Emile Theunis volgde hem op.

Arthur Wera
Arthur Wera, 1900

In plaats van onderwijzer werd Arthur Wera in het voorjaar van 1901 gemeentesecretaris van Kerkom, functie die hij veertig jaar zou bekleden. Vanaf 8 juni van dat jaar was hij ook ontvanger van het Bureel van Weldadigheid. Arthur was dus ook secretaris tijdens de laatste jaren van het burgemeesterschap van zijn vader, die op 1 april 1909 overleed.  

Handtekening jongere Arthur Wera
Handtekening van de jonge Arthur Wera

Op 7 mei 1913 trouwde de 40-jarige Arthur Wera met Maria Helena Celestina Fets (° Lubbeek 31 maart 1879). Celestine, 34 jaar, woonde toen bij haar oom Judocus Fets op het Kerkomse Hof ten Male. Het koppel huwde voor burgemeester Karel Martens (kasteelbewoner). Getuigen waren Josephus Billion (59 jaar, handelaar uit Wezemaal, schoonbroer van de bruidegom) en Eduardus Fets (35 jaar, landbouwer uit Pellenberg, broer van de bruid). Moeder Justina Kemels, “landbouwster te Kerkom”, was bij de plechtigheid aanwezig. De ouders van Celestine waren toen al lang overleden (in 1891). Arthur en Celestine hadden op 21 januari 1913 een huwelijkscontract gesloten bij notaris Arthur Peeters te Leuven.

Uit het huwelijk Wera-Fets werden drie kinderen geboren:

Maria Justina Rosalia Wera, ° Kerkom 9 april 1914
Albertus Eduardus Ludovicus Josephus Wera, ° Kerkom 5 maart 1916
– Maria Carolina Josephina Paula Wera, ° Kerkom 10 oktober 1917

Deze kinderen werden gedoopt door Joannes Franciscus De Beu(c)keleer (° Ranst), pastoor te Kerkom vanaf de zomer van 1895 tot aan zijn dood op 6 februari 1919.

Maria (midden), Albert en Paula Wera
De kinderen Wera-Fets, in het midden Maria

Tijdens het decennium 1910-1920 verliet weduwe Justine Kemels met zoon Arthur en dochters Pelagie en Clemence de kasteelhoeve (Dorp 1) en ging zij in Bijvoorde, Berg 37, wonen, maar wanneer dat precies gebeurde is blijkbaar niet te achterhalen. Wel weten we dat Arthur op 1 maart 1919 (officieel?) naar het Hof ten Male (Malendries 34) verhuisde. Was Arthur ondertussen bij zijn moeder blijven wonen en zijn vrouw Celestine bij haar oom op het Hof ten Male?
Arthurs moeder, Justine Kemels, stierf op 27 november 1920. Enkele maanden eerder, op 26 juni 1920, was ook Judocus Fets overleden, uitbater van het Hof ten Male en schepen van Kerkom. Daardoor werden Celestine en haar man Arthur de nieuwe eigenaars van dat hof. Arthur zal de hoeve exploiteren als een soort herenboer, op tocht met paard en koets naar de velden … Maar hoe dat alles precies gebeurde, wat de rol van Celestine was, hoeveel land er werd bewerkt, is me niet duidelijk.

Eind april – begin mei 1927 maakte Arthur Wera per trein een reis naar Rome, meer dan waarschijnlijk zijn enige grote reis. Daarover bezitten we twee postkaarten die zijn zussen bewaarden. Een van zijn reisgezellen was de toenmalige pastoor van Putkapel, ook zijn “slaapgenoot” op de trein.

Kopie van Albert Wera, 1916-1944 (4b)

 

 

 

 

 

 

Zoon Albert (1916-1944),
die zijn vader als gemeentesecretaris opvolgde.

Begin december 1940 nam Arthur Wera als gemeentesecretaris ziekteverlof, op basis van een attest van dokter Van Haesendonck uit Boutersem. Zijn zoon Albert, “drager van het diploma van het 1e en 2e studiejaar van den beroepsleergang in bestuurlijk recht der provincie Brabant”, werd  benoemd tot tijdelijk gemeentesecretaris.
Uit het geneeskundig getuigschrift van dr. Van Haesendonck van 1 februari 1941 bleek dat Arthur Wera om gezondheidsredenen zijn ambt niet langer kon uitoefenen. Op 3 februari diende hij zijn ontslag in. Zijn zoon Albert werd opnieuw tot tijdelijk gemeentesecretaris aangesteld.
De jonge Albert werd evenwel snel ernstig ziek. Zijn laatste verslag van de beraadslagingen van het schepencollege dateert van 5 maart 1942, op 23 maart werd J.B.T. Stroobants aangesteld als dienstdoende gemeentesecretaris. Albert had vanuit de kliniek in Leuven mondeling zijn ontslag ingediend. Albert, Arthurs zoon, stierf te Kerkom op 22 september 1944, een jaar na het huwelijk van zijn zus Maria en nog geen twee maanden na de geboorte van Arthurs eerste kleinkind.

Arthur Wera stierf op het Hof ten Male te Kerkom op 4 maart 1945, hij werd 72 jaar. Op 8 maart vond de begrafenis plaats. Zijn vrouw Celestine overleed op 22 januari 1954.

Arthur Wera
De oudere Arthur Wera

____________________
Zie ook het bericht van 20-02-2010 met aanvullend beeldmateriaal.     

 

 

Van Hellemont en Dechamps in Lubbeek

Uit een vorig bericht weet je nog dat een van de getuigen van het overlijden van onze overgrootouders Fets de brouwer uit Lubbeek Linus Van Hellemont was. Vaag wist ik dat de Van Hellemonts familie waren, maar hoe?
Wel, nu ken ik de familieverbanden. Linus/Franciscus Van Hellemont (1841-1904) was getrouwd met Maria Leona Kemels (Kerkom, 1843 – Lubbeek, 1924), de zus van onze overgrootmoeder langs de Wera-kant. Maria Leona had uit een eerste huwelijk al vier kinderen en kreeg er nog drie Van Hellemonts bovenop. De jongste was Jacobus Constantinus (1882-1944), de vader van vier kinderen, waarvan de oudste waren Etienne (1911-1977) en Marcel (1912-1957), je weet nog wel vandaar de naam ‘Etma’ van hun brouwerij. Etiennes oudste zoon is Marc, die van Marcel heet Luc.
Dus de kinderen Van Hellemont en wij hebben als overgrootouders twee zussen Kemels.

En er is hier wellicht nog meer. De dochter van Linus Van Hellemont, Maria (1880-1954), was getrouwd met Josephus Dechamps (+1931). Zij woonden in Lubbeek en kregen drie kinderen:
– Maria (Lubbeek, 1908 – Halle, 1986)
– Alice (Lubbeek, 1910 – Lubbeek 1970), getrouwd met Willy Schreurs/Schoors?
– Joseph (Lubbeek, 1912 – Halle, 1994).

Is Maria Dechamps niet de bekende ijveraarster van het Kinderwelzijn – met blauwe uniform en Volkswagen, waarvoor we ons moesten “vuegen” – die dus een Kemels als grootmoeder had?

De grootvader van Linus, Petrus Van Helmont (°09-05-1743), was koster in Binkom

 

Ondertussen vond ik nog een aantal gegevens over de Lubbeekse families Van Hellemont en Dechamps.

Felix Dechamps (1848-1909) was de tweede geneesheer van Lubbeek en aldaar ook burgemeester van 1891 tot 1903. In 1877 bouwde hij langs de Binkomstraat (nr. 7, tegenover de kliniek) het ons welbekende massieve herenhuis. Hij was dus de vader van de voornoemde Josephus Dechamps.
(De eerste geneesheer van Lubbeek was Petrus Ickx, die rond 1780 een woonhuis bouwde dat nog goed bewaard is – Gellenbergstraat nr. 3.)

Maria Dechamps was alleszins de verpleegster van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn. Zij speelde tijdens de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol in het plaatsen van joodse kinderen op onderduikadressen. Dat deed ze in samenwerking met de toenmalige onderpastoor van Lubbeek en de secretaris van de aartsbisschop (die twee waren broers). Zij stierf ze op 78-jarige leeftijd in Halle.

De brouwerij Van Hellemont was in het landelijke Lubbeek een van de belangrijkste industriële activiteiten en alleszins de bekendste merknaam. Ze werd opgestart in de jaren 1830. In die 19de eeuw kende Lubbeek drie brouwerijen. De Van Hellemont-brouwerij werd in 1910 gemoderniseeerd en gemechaniseerd. In 1944 kwamen de broers Etienne en Marcel aan leiding van het bedrijf.
‘Etma’ was de naam van hun limonade (dus niet van de brouwerij), hun bieren heetten ‘Gold-Pils’ en ‘Export’. In 1966 werd de zaak verkocht aan de brouwersfamilie Verlinden. Vandaag bestaat de brouwerij niet meer. Wel zie je aan de Dorpskring nr. 21 nog de vroegere herenwoning. Achteraan bevindt zich nu een klein appartementenblok met de naam ‘Brouwershof’ en er is ook een drankenzaak gevestigd.

Nog even ter verduidelijking: wij en de Van Hellemonts van onze generatie hebben dus dezelfde betovergrootouders, de ouders van onze overgrootmoeder die getrouwd was met burgemeester Wera van het schouwgarnituur.