Na de grote lijnen van de Fets-geschiedenis te hebben bekeken, richten we de focus nu op onze voorouders-Wera. Deze geschiedenis brengt ons vanuit Kerkom via Butsel, Lubbeek en Pellenberg naar Bierbeek, maar dan bevinden we ons al in de vroege 17de eeuw.
Mijn/onze moeder, Maria Wera (1914-1962), was het oudste kind van het Kerkomse gezin van Arthur Wera en Celestina Fets. Dit bericht brengt het verhaal van Arthur Wera, voor de huidige familiegeneraties grootvader, overgrootvader en betovergrootvader.
Joannes Franciscus Arthur Wera werd geboren te Kerkom (Boutersem) op 14 augustus 1872, tussen 7 en 8 uur ’s morgens. Hij was het vierde van de zes kinderen van Ludovicus Wera en Justina Kemels, pachters op de kasteelhoeve. Zijn vader was ook burgemeester; hij oefende die functie gedurende 52 jaar uit. Arthurs twee oudere broers stierven op heel jonge leeftijd; zijn drie zussen zijn ons bekend als de tantes van Wezemaal.
Pastoor R.E. De Greef doopte Arthur op diens geboortedag zelf. Peter werd zijn oom Franciscus Kemels, meter zijn tante Petronella Wera.

Geboorteakte Arthur Wera; de vader vergat zijn handtekening te plaatsen.
Arthur Wera studeerde van 1889 tot 1892 in de Bisschoppelijke Normaalschool in Sint-Truiden, waar hij uiteraard op internaat was. Deze normaalschool van het bisdom Luik was in 1836 opgericht in Rolduc nabij Kerkrade. Na de afscheiding van Nederlands-Limburg van België werd de school in 1843 overgebracht naar Sint-Truiden en aldaar verbonden aan het Klein Seminarie. Na de Eerste Wereldoorlog verhuisde de school in 1920 naar het Heilig Hartinstituut in Mechelen-aan-de-Maas.
In het (Franstalige) inschrijvingsregister van de school vind je Wera terug onder het nummer 724. Begin augustus 1892 behaalde hij op twintigjarige leeftijd het diploma van onderwijzer; twaalf leerlingen studeerden toen af.
Het register van de voornoemde school vertelt ons ook dat Arthur na zijn studies ‘précepteur’ (huisonderwijzer, tutor) was in Villers-le-Temple. Dit dorp is vandaag een deelgemeente van Nandrin, gelegen in het zuidwesten van de provincie Luik, tussen Luik en Hoei. Ik kon nog niet achterhalen bij wie Arthur die job uitoefende, misschien op het kasteel ‘Bonne Espérance’, oorspronkelijk een verblijf van de Tempeliers, waar tussen 1875 en 1911 de familie Hecking woonde. (Deze familie is misschien verwant aan de Heckings van Neerlinter en Leuven – denk aan de vroegere wijnhandel Boon-Hecking.)
Van 1 juli 1897 tot Pasen (april) 1901 was Arthur Wera onderwijzer in de gemeenteschool van Lubbeek, die toen twee klassen telde.
Tijdens de zitting van de Lubbeekse gemeenteraad van 23 juni 1897 won Arthur het voor de functie van “hulponderwijzer” van een tegenkandidaat. Zijn jaarlijks “traktement” zou 1200 frank bedragen.
Hoofdonderwijzer Leo Norbert Lontie en Arthur waren toen verantwoordelijk voor 150 leerlingen …
Arthur koos snel voor een andere betrekking. Op 15 maart 1901 bood hij zijn ontslag als onderwijzer aan tegen Pasen. Op vraag van de gemeenteraad aanvaardde de gouverneur van Brabant op 16 april het eervol ontslag van Wera. Emile Theunis volgde hem op.

Arthur Wera, 1900
In plaats van onderwijzer werd Arthur Wera in het voorjaar van 1901 gemeentesecretaris van Kerkom, functie die hij veertig jaar zou bekleden. Vanaf 8 juni van dat jaar was hij ook ontvanger van het Bureel van Weldadigheid. Arthur was dus ook secretaris tijdens de laatste jaren van het burgemeesterschap van zijn vader, die op 1 april 1909 overleed.

Handtekening van de jonge Arthur Wera
Op 7 mei 1913 trouwde de 40-jarige Arthur Wera met Maria Helena Celestina Fets (° Lubbeek 31 maart 1879). Celestine, 34 jaar, woonde toen bij haar oom Judocus Fets op het Kerkomse Hof ten Male. Het koppel huwde voor burgemeester Karel Martens (kasteelbewoner). Getuigen waren Josephus Billion (59 jaar, handelaar uit Wezemaal, schoonbroer van de bruidegom) en Eduardus Fets (35 jaar, landbouwer uit Pellenberg, broer van de bruid). Moeder Justina Kemels, “landbouwster te Kerkom”, was bij de plechtigheid aanwezig. De ouders van Celestine waren toen al lang overleden (in 1891). Arthur en Celestine hadden op 21 januari 1913 een huwelijkscontract gesloten bij notaris Arthur Peeters te Leuven.
Uit het huwelijk Wera-Fets werden drie kinderen geboren:
– Maria Justina Rosalia Wera, ° Kerkom 9 april 1914
– Albertus Eduardus Ludovicus Josephus Wera, ° Kerkom 5 maart 1916
– Maria Carolina Josephina Paula Wera, ° Kerkom 10 oktober 1917
Deze kinderen werden gedoopt door Joannes Franciscus De Beu(c)keleer (° Ranst), pastoor te Kerkom vanaf de zomer van 1895 tot aan zijn dood op 6 februari 1919.

De kinderen Wera-Fets, in het midden Maria
Tijdens het decennium 1910-1920 verliet weduwe Justine Kemels met zoon Arthur en dochters Pelagie en Clemence de kasteelhoeve (Dorp 1) en ging zij in Bijvoorde, Berg 37, wonen, maar wanneer dat precies gebeurde is blijkbaar niet te achterhalen. Wel weten we dat Arthur op 1 maart 1919 (officieel?) naar het Hof ten Male (Malendries 34) verhuisde. Was Arthur ondertussen bij zijn moeder blijven wonen en zijn vrouw Celestine bij haar oom op het Hof ten Male?
Arthurs moeder, Justine Kemels, stierf op 27 november 1920. Enkele maanden eerder, op 26 juni 1920, was ook Judocus Fets overleden, uitbater van het Hof ten Male en schepen van Kerkom. Daardoor werden Celestine en haar man Arthur de nieuwe eigenaars van dat hof. Arthur zal de hoeve exploiteren als een soort herenboer, op tocht met paard en koets naar de velden … Maar hoe dat alles precies gebeurde, wat de rol van Celestine was, hoeveel land er werd bewerkt, is me niet duidelijk.
Eind april – begin mei 1927 maakte Arthur Wera per trein een reis naar Rome, meer dan waarschijnlijk zijn enige grote reis. Daarover bezitten we twee postkaarten die zijn zussen bewaarden. Een van zijn reisgezellen was de toenmalige pastoor van Putkapel, ook zijn “slaapgenoot” op de trein.

Zoon Albert (1916-1944),
die zijn vader als gemeentesecretaris opvolgde.
Begin december 1940 nam Arthur Wera als gemeentesecretaris ziekteverlof, op basis van een attest van dokter Van Haesendonck uit Boutersem. Zijn zoon Albert, “drager van het diploma van het 1e en 2e studiejaar van den beroepsleergang in bestuurlijk recht der provincie Brabant”, werd benoemd tot tijdelijk gemeentesecretaris.
Uit het geneeskundig getuigschrift van dr. Van Haesendonck van 1 februari 1941 bleek dat Arthur Wera om gezondheidsredenen zijn ambt niet langer kon uitoefenen. Op 3 februari diende hij zijn ontslag in. Zijn zoon Albert werd opnieuw tot tijdelijk gemeentesecretaris aangesteld.
De jonge Albert werd evenwel snel ernstig ziek. Zijn laatste verslag van de beraadslagingen van het schepencollege dateert van 5 maart 1942, op 23 maart werd J.B.T. Stroobants aangesteld als dienstdoende gemeentesecretaris. Albert had vanuit de kliniek in Leuven mondeling zijn ontslag ingediend. Albert, Arthurs zoon, stierf te Kerkom op 22 september 1944, een jaar na het huwelijk van zijn zus Maria en nog geen twee maanden na de geboorte van Arthurs eerste kleinkind.
Arthur Wera stierf op het Hof ten Male te Kerkom op 4 maart 1945, hij werd 72 jaar. Op 8 maart vond de begrafenis plaats. Zijn vrouw Celestine overleed op 22 januari 1954.

De oudere Arthur Wera
____________________
Zie ook het bericht van 20-02-2010 met aanvullend beeldmateriaal.