DE SINT-SEBASTIAANSGILDE VAN KERKOM IN DE TIJD VAN JACOBUS WERA

Jacobus Wera (1747-1820) woonde vanaf 1780/1781 in Kerkom (zie bericht van 08-09-2010). De gemeente had toen een goede vierhonderd inwoners.
Jacobus was er lid van de Sint-Sebastiaansgilde. Deze boogschuttersgilde bestond al van voor 1680, want in dat jaar is er sprake van het ‘Schuttershuis’, gelegen tegenover de kerk. Men noemde het gebouw ook ‘Tafelhuis’ omdat het vroeger aan de Armentafel behoorde.
Om de drie jaar had de plechtige koningschieting plaats. In zijn geschiedenis van de parochie geeft E. Martens meer gegevens over deze en andere gelijkaardige verenigingen. Hij schrijft ook dat de gilde rond 1900 alleen nog maar in naam bestond.*

In het rijksarchief van Leuven bevindt zich een kleine bundel over de Sint-Sebastiaansgilde. Hieronder volgen enkele gegevens die daaruit werden geselecteerd.

In 1782 – de gilde telde toen een vijftigtal leden – waren onder anderen volgende personen lid:
– Jacobus Wera, vanaf 1783 kapitein = plaatsvervanger van de hoofdman (voorouder-Wera)
– Matthys Fets (voorouder-Fets uit Breisem; zie bericht van 20-02-2008)
– Lucas Geens (molenaar aan de Velp, voorganger aldaar van mijn voorouder Joannes Baptista Kemels)
– Jan Thielens (bewoner-eigenaar Hof ten Male, voorganger van de familie Fets aldaar; zie bericht van 12-07-2006)
– Jacobus Vanwelde, hoofdman = voorzitter (wellicht de eigenaar van het Hof van Bijvoorde, of toch de Vanwelde van de Opstalhoeve?)
– Lambertus Vanwelde
– Jan, Jacobus (deze naam tweemaal), Francis en Hendricus Roelants
– Andries Van Kelecom
– Hendricus en Andries Van Gramberen
– Dieudonnez (Godgaf) Raddoux

Bij het jaar 1815 lezen we dat Jan Thielens (zie hierboven) tot hoofdman werd verkozen. Petrus Francis Fets (broer van voorvader Lucas, en wat later de eerste Fets-bewoner van Hof ten Male; zie bericht van 11-05-2006) was toen kapitein.

_________________________
* E. Martens, Monographie de la paroisse de Kerkom-en-Brabant. Deuzième partie. Histoire civile et sociale, in: Hagelandse gedenkschriften, 7de jaar, 1913, p. 88-94.