Mijn Ulens-voorouders

Het ontvangen van enkele genealogische mails zette me aan om opnieuw mijn Ulens-stamboom ter hand te nemen. Waar woonden de Ulensen weer, en waar en met wie trouwden ze? Bij het ouder worden kan even opfrissen nooit kwaad. Mijn overleden kozijns Theo en Jan Ulens (°Gelrode) hadden natuurlijk veel gegevens bovengespit, ook over de echtgenoten Ulens, én hun voorouders. Toch wilde ik sommige bronnen nog eens zelf bekijken, wie weet trof ik er nog wat nieuws aan.

Mijn grootvader Jan Lodewijk Ulens, geboren in Neerhespen (het dorp van zijn moeder), was de eerste Ulens die midden in het Hageland ging wonen: in Binkom werd hij eind 1893 schoolmeester en daar trouwde hij ook, met Mathilde Boogaerts, de dochter van de smid; na haar vroegtijdige overlijden hertrouwde hij met Blandina Tuyls (mijn grootmoeder). Dertien kinderen waren de vrucht van beide huwelijken samen.

Jans voorouders-Ulens woonden in Attenhoven (nu deelgemeente van Landen), de jongere onder hen in Orsmaal (Orsmaal-Gussenhoven, nu deelgemeente van Linter). Ze volgen hier op een rijtje:

Samuel Ulens (†Attenhoven 1710)  x  Maria Van Lobbeeck (°Jeuk)
Petrus Ulens (°circa 1698-†Attenhoven 1778)  x  Catharina Vander Vorst (°ca. 1699 Overwinden?)
Mathias Ulens (Attenhoven 1729-1781)  x  Agatha Robijns (°Gingelom 1728)
Joannes Ulens (°Attenhoven 1777-†Orsmaal 1857)  x  Catharina Dumont (°Orsmaal 1773)
Joannes Antonius Ulens (Orsmaal 1809-1890)  x  Theresia Schoofs (°Brustem 1809)
Augustinus Ulens (°Orsmaal 1844-†Melkwezer 1916)  x  Elisabeth Laudus (°Neerhespen 1840)

De Ulensen waren landbouwers of/en kleine middenstanders (kleermaker, beenhouwer, houtkoopman, herbergier). Zij hadden grote gezinnen, en in hun dorp woonden er dan ook heel wat familieleden.
De hierboven laatst vermelde, Augustinus (mijn overgrootvader), verloor zijn huis aan de Grote Steenweg in Orsmaal toen de Duisters het in augustus 1914 in brand staken, vandaar zijn overlijden in Melkwezer, wellicht in de woning van zijn dochter Philomena.

De echtgenoten Ulens, en én hun voorouders, werden geboren in de driehoek Tienen-Sint-Truiden-Landen: de families Laudus, Schoofs, Dumont, Robijns, Vander Vorst, Van Lobbeeck en aanverwanten vinden we terug in plaatsen als Tienen, Orsmaal, Gussenhoven, Dormaal, Sint-Truiden, Brustem, Neerhespen, Neerlanden, Attenhoven, Overwinden, of even buiten die regio in Neerheylissem, Grand-Halet (Hannuit), Jeuk en Gingelom.

De oudste ons bekende voorvader-Ulens is dus Samuel Ulens. Hij was van Attenhoven, waar hij op 6 februari 1698 trouwde met Joanna Van Lobbeeck (Van Loubbeeck, Lubec, Lobec, Libec), die van Jeuk afkomstig was, zo schreef de pastoor. In 1704 woonde het gezin met drie kinderen en een knecht te Attenhoven in de straat ‘die naar de kerk toe loopt’ (versus templum)[1]. Samuel overleed er op 28 april 1710; Maria hertrouwde nog tweemaal en stierf op 9 september 1725, ook in Attenhoven. Misschien hadden ze een hoeve waarvan ze behoorlijk konden leven: het feit dat Maria snel hertrouwde zou daarop kunnen wijzen.

Samuels voorouders zijn me onbekend[2]; de reden is wellicht dat na de (Eerste) Slag bij Neerwinden in juli 1693 de parochieregisters van het naburige Attenhoven door Franse soldaten werden meegenomen, zo schrijft Paul Kempeneers – de hele regio leed erg onder de oorlogsomstandigheden van de laatste decennia van de zeventiende eeuw; Spaanse, Franse en Hollandse soldaten lieten dorpen en oogsten vaak vernield achter.
Meer dan waarschijnlijk kennen we wel de ouders van Maria: Joannes van Lobbeeck en Gertrudis Goessens, die in Jeuk woonden (nu deelgemeente van Gingelom). Joannes overleed op 12 september 1693. Daarmee behoren ze tot mijn oudst bekende voorouders langs de kant van de familie Ulens.[3]

Een nog oudere voorouder is Lucas Schoofs. Hij werd rond 1560 geboren en stierf op 18 januari 1649 te Brustem (nu deelgemeente van Sint-Truiden). Zijn vrouw Catharina Vrancken overleed er op 13 januari 1670; zij werd meer dan 100 jaar, zo laat de pastoor ons weten, en moet dus rond 1570 geboren zijn.
Lucas en Catharina zijn de voorouders van Theresia Schoofs (°Brustem 1809). Zij huwde Joannes Antonius Ulens (°Orsmaal 1809); het gezin woonde in Orsmaal. Ze zijn mijn betovergrootouders.

Meer gegevens over deze Ulensen en verwanten vind je op mijn Geneanet-bladzijden: https://gw.geneanet.org/julens?lang=nl&m=S&n=Ulens&p=

———————————————————————-


[1] Bron: ‘Status animarum’ opgesteld in 1704 door pastoor L. Robijns van Attenhoven. Samuel Ulens, van Attenhoven afkomstig, staat hierin vermeld samen met zijn vrouw Maria, zoon Petrus en twee kinderen van wie de namen niet worden genoemd, plus knecht Lambertus Peters (+). Zie hiervoor http://www.kempeneers.org, P. Kempeneers, ‘Zijsprokkel 77: Attenhovense families in 1704’.

[2] Naast Samuel vinden we in de parochieregisters van Attenhoven als andere volwassenen Ulensen: Theodorus Ulens (x Anna Ponsaers), die sterft in september 1693; in die maand overlijdt ook een kind van hem, en in februari 1697 zijn zoon Henricus.
Een andere naamgenoot was Petrus Ulens, van wie ook onder september 1693 de dood wordt vermeld van dochter Catharina.
Op 1 januari 1684 werd aan de universiteit van Leuven Judocus Ulens, geboren in Attenhoven, ingeschreven, als student of in een andere hoedanigheid. Was hij familie van Samuel? Op 19 november 1713 trouwt in Attenhoven een Judocus Ulens met Catharina Bredonck.
Voor mij is het opvallend dat pastoor Robijns in zijn ‘Status animarum’ van 1704 alleen mijn voorvader Samuel (samen met zijn kinderen) als Ulens-ziel van zijn parochie vermeldt. In de loop van de achttiende eeuw werd die schaarste ruim goedgemaakt.

[3] Een jongere dochter van deze familie was Lucia. We vinden haar later ook terug in het nieuwe dorp van haar zus Maria, Attenhoven. Met haar man Franciscus Waerseggers kreeg ze, vanaf 1713, zes kinderen.

Detail Fricx-kaarten (1712)

Actuele kaart van de betrokken streek

Familie Ulens en Wereldoorlog I (2)

Zoals ik in mijn vorig bericht al schreef, had kardinaal Mercier, aartsbisschop en symbool van het patriottisch verzet, het plan opgevat om een groot werk te schrijven over de Belgische katholieke kerk ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Het boek verscheen evenwel nooit, wel bleven de verslagen bewaard die de pastoors in 1919 op vraag van Mercier over de oorlogsgebeurtenissen in hun parochie maakten. Zo bevindt zich in het archief van het aartsbisdom in Mechelen ook het verslag van de Sint-Jan-Baptist-parochie van Binkom. Het werd samengesteld, in een schoolschrift, door pastoor Armand Van Nerum (1875-1926) in samenwerking met oud-pastoor Eugeen De Bie (1834-1925) en schoolhoofd Jan Ulens (mijn grootvader). Het Binkomse parochieverslag werd samen met die van Linden, Lubbeek en Pellenberg uitgegeven in Lubbeekse Historische Tijdingen, nummer 10/2014. Voor Binkom staat daarin ook het voorafgaande verslag van pastoor De Bie van 12 maart 1915, met als titel ‘Oorlog van Duitsland tegen België (1914-1915)’.

32 - Binkom, verslag WO I (3)
Zo begint het Binkomse parochieverslag van 1919.

Toen de Duitsers in augustus 1914 oprukten zagen de bewoners van Binkom eerst vluchtelingen voorbijtrekken, velen volgden hun voorbeeld. Nadien kwamen de Duitse soldaten. Het dorp bleef gelukkig gespaard van moordpartijen, wel werden twee huizen platgebrand. In september gebeurde dat ook met de hooggelegen windmolen van Alfons Lemmens (op de Molenberg); deze molen was het werkterrein geweest van mijn voorouders langs vaderskant: Hieronijmus (1740-1783) en Petrus (1772-1838) Geens.
Binkom droeg zoals andere dorpen de lasten van de aanslepende oorlog. Het zedelijke en godsdienstige leven leed evenwel niet onder de toestand, aldus het verslag.
In 1918 zagen de bewoners het Duitse leger op de terugtocht. Drie Binkomse soldaten waren ondertussen gesneuveld.

51 - Binkom, verslag WO I (22)
De laatste bladzijde van het Binkomse parochieverslag.

Omdat Van Nerum pas in januari 1916 pastoor in Binkom werd, verwees hij later het aartsbisdom, na een vraag om bijkomende info, naar Jan Ulens, ‘een betrouwbaren man – de hoofdonderwijzer van Binckom, die mijn verslag gedeeltelijk opmiek’.
Enkele dagen later, op 13 december 1922, schreef Ulens:

“Zeer Eerw. Heer,
Ik haast met U te antwoorden. De vernietiging van den windmolen had plaats op 21 September [1914] en niet op 11n September. Als bewijs hiervan geef ik aan, dat we te Binckom op 10n, 11n, en 12n September Belgische troepen hadden, die eenen uitval deden op de statie van Thienen en de spoorlijn Leuven-Thienen. Ik denk dat men op één van die datums de Duitsche statie-oversten van Cumptich, Roosbeek heeft gevangen genomen, en daar eene brug heeft doen springen. Ik heb die Duitsers te Binckom vóór
’t gemeentehuis gezien.
Gij moogt alzoo zeker de zaak bevestigen.
Aanvaard, Zeer Eerw. Heer Deken, de verzekering mijner ware hoogachting.
Uw gansch bereidwillige,
Jan Lud[ovicus] Ulens, onderw[ijzer]”

27 - Brief Jan L. Ulens over WO I (2)
Brief van onderwijzer Jan Lodewijk Ulens (1922).

 

Familie Ulens en Wereldoorlog I (1)

Mijn grootvader Jan Ulens, die schoolhoofd was, hielp na de Eerste Wereldoorlog de toenmalige oude en nieuwe pastoor van Binkom bij het schrijven van het verslag over het wedervaren van de parochie tijdens de oorlog (gevraagd door kardinaal Mercier). Een tiental jaar geleden las ik dat verslag in het aartsbisschoppelijk archief in Mechelen, nadien werd het ook uitgegeven in Lubbeekse Historische Tijdingen.
Later vond ik ook nadere gegevens over de ramp die van mijn familie een direct slachtoffer van die Groote Oorlog maakte. De hoeve van mijn overgrootouders Ulens ging in de vlammen op.

Overgrootvader Augustinus Ulens en zijn vrouw woonden in Orsmaal langs de steenweg Tienen-Sint-Truiden; heel wat buren waren familieleden. August (de Witte), landbouwer en herbergier, was geboren in Orsmaal(-Gussenhoven) zelf op 21 juli 1844. Op 10 mei 1873 trouwde hij in Neerhespen met Elisabeth (Liske) Laudus, die in dat laatste dorp op 8 oktober 1840 was geboren. Zij kregen vier kinderen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren ze zeventigers.

Na de Duitse inval in België op 4 augustus 1914 verliep de opmars voor de aanvallers moeilijker dan verwacht. Zo hoorde mijn generatie op school spreken over de Slag van de Zilveren Helmen: op 12 augustus hielden Belgische karabiniers-cyclisten een dag stand tegen een Duitse overmacht (met cavalerie), die uiteindelijk werd teruggeslagen. Twee dagen voordien had de slag van Orsmaal-Gussenhoven plaatsgehad, het dorp waar mijn overgrootouders woonden.

Op maandag 10 augustus vond daar in Orsmaal-Gussenhoven, gelegen op 8 km van Tienen op de steenweg naar Sint-Truiden met de brug over de Kleine Gete, een treffen plaats tussen de Duitsers en het Belgische leger (Derde Lansiersregiment bijgestaan door karabiniers en wielrijders, allen behorend tot de Eerste Legerdivisie). Het gevecht bracht geen echte winnaar voort maar betekende een oponthoud voor het Duitse leger.
De Duitsers meenden vrijschutters opgemerkt te hebben en namen weerwraak op de burgerbevolking. Ze vernielden vijftien huizen met aanpalende schuren en stallingen, die in brand werden gestoken met benzine-spuiten en kleine brandbommen. Vier inwoners lieten het leven.
Een van de platgebrande huizen was dat van overgrootvader August Ulens-Laudus (landbouwer, Steenweg nr. 5 – bron: bevolkingsregister 1901-1910). Andere vernielde huizen waren eigendom van familieleden: neef Lambert Ulens, 1842-1918 (kuiper, Steenweg nr. 2); neef Leander Ulens, 1841-1922 (beenhouwer, Steenweg nr. 3); neef Henricus Ulens 1849-1915 (rademaker, Steenweg nr. 4); schoonzuster Joanna Hayen 1857-1926, weduwe van Alfons Ulens 1840-1909 (Steenweg nr. 6); ook een Joseph Ulens zag zijn huis vernietigd.
Voor de familie Ulens begon de Grote Oorlog dus op een heel schokkende wijze.
Niet veel later ondergingen steden als Aarschot en Leuven eenzelfde lot, met veel dodelijke slachtoffers.

Overgrootvader August Ulens stierf twee jaar later, op 15 augustus 1916, in het buurdorp Melkwezer, Wellicht verbleef hij toen in de woning van zijn dochter Philomena, die getrouwd was met Ludovicus Lenaerts.

Weduwe Elisabeth Ulens-Laudus, wonende in Orsmaal-Gussenhoven, en haar nog drie in leven zijnde kinderen, onder wie mijn Binkomse grootvader Jan, kregen in 1923 van de Belgische Staat een schadevergoeding voor “den brand van huis en hoeve gelegen te Orsmael-Gussenhoven tijdens de vijandelijke bezetting”. Zij ontvingen, ter wederbelegging, de som van 21.366, 89 frank, betaalbaar de 15 juli 1923. Dat lezen we in het eindvonnis nr. 37684 van de Rechtbank voor Oorlogsschade van het Arrondissement Leuven Derde Kamer, in openbare zitting te Aarschot op 15 mei 1923, die zich baseerde op de wet van 10 mei 1919 gewijzigd door die van 6 september 1921.
Ook andere Ulensen kregen een schadevergoeding. Zo ontving Alfons Ulens, zoon van Leander Ulens-Vandermeulen, 30.749,25 frank en Leopold Ulens, zoon van Alfons Ulens-Hayen, 39.988, 69 frank.

Zoals haar man eerder overleed overgrootmoeder Elisabeth Laudus ook in Melkwezer en dat op 28 januari 1925.

 

Popp-kaart, Orsmaal met ligging vernietigde Ulens-woningen
De 19de-eeuwse Poppkaart, met de ligging van enkele van de later vernietigde Ulens-woningen langs de Sint-Truidensesteenweg in Orsmaal.

————————————————————-
Bronnen:

Eduard Van Ermen, Lubbeekse parochieverslagen1914-1918, in: Lubbeekse Historische Tijdingen, nr. 10, 2014.
Jozef Vinckx, De Duitsch-Belgischen strijd. De slag bij Orsmaal-Gussenhoven 10 augustus 1914, Antwerpen, 1920.
Ruben Donvil, De Grote Oorlog op kleine schaal. De gevechten aan de Getelinie in Oost-Brabant (1914), Davidsfonds, 2012 (deel 1: Orsmaal-Gussenhoven: de Duitsers tastten af).
Sophie De Schaepdrijver, De Groote Oorlog. Het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, Antwerpen-Amsterdam, 2013.

Peter Van Assche, archivaris van de gemeente Lubbeek, deed de laatste jaren heel wat onderzoek rond de Eerste Wereldoorlog. Hij bezorgde me kopies van de verslagen van de Rechtbank voor Oorlogsschade, waarvoor dank.

Cortbeke van Skynet Blogs naar WordPress

Beste lezer

Je hoorde er wellicht al van: Skynet Blogs stopt ermee. Mijn Cortbeke-blog over mijn familiegeschiedenis bracht ik ondertussen over naar het WordPress-platform.
Het geheel van de lay-out vraagt aanpassingen. Vooral rond beeldmateriaal kwam er heel wat storende witruimte. Dat bijwerken valt niet mee, zo ondervond ik al. Mag ik de nodige tijd ervoor uittrekken?

Groeten
Jan Ulens