Familie Wera en Wereldoorlog I

Henricus Wera (1674-1746) beschouw ik als een van mijn legendarische voorouders. Hij was in de eerste helft van de achttiende eeuw pachter van het Lubbeekse Herendaelhof, eigendom van de Parkabdij. Dankzij zijn vijftien kinderen zorgde hij, samen met zijn vrouw Catharina Schoensetters (1676?-1737), voor een uitgebreid nageslacht. Wat onbewust ging ik ervan uit dat een grote meerderheid van hen landbouwers waren, naast misschien pastoors en onderwijzers, wat uiteraard fout was.
Een tijdje geleden wees Edward (Chille) Michiels, na de lectuur van een artikel in Brabant Cronikel, me erop dat een verre nazaat van Hendrik Wera het tot stafchef van het leger bracht, luitenant-generaal Maximilien Wielemans, en dat tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Foto Wielemans, bron Ars Moriendi
Volgen we even de ‘voorgeschiedenis’ en loopbaan van deze man.
Maximiliens moeder was Carolina Catharina Henckens; haar vader, geboren in Nederlands Limburg, was boekdrukker in Sint-Truiden en nadien in Diest. Zij had als overgrootouders Lambertus Van Weddingen en Anna Maria Wera (1707-1750), dochter van onze Lubbeekse pachter Hendrik. Hun dochter Joanna Catharina was de jongere voorouder van Maximilien.
Bij de geboorte van Maximilien was zijn vader André Félix Wielemans, generaal-majoor, in Gent gekazerneerd. Zijn vader en grootvader waren bakkers in Elsene en misschien ook in Brussel. Oudere voorouders stammen uit Hoeilaart, Diest en Tienen.
Zie voor Wielemans’ afstamming ook mijn bladzijden op: https://gw.geneanet.org/julens?n=wielemans&oc=&p=maximilianus+felix+eugenius.

Maximilianus Felix Eugenius Wielemans werd op 10 januari 1863 dus in Gent geboren, uit Brabantse ouders. Hij bouwde, naar het voorbeeld van zijn vader, een militaire carrière uit en werd luitenant-generaal. In 1913 werd hij kabinetchef van de minister van Oorlog, vanaf 6 september 1914 was hij stafchef van het Belgische leger (eerst waarnemend) en dat tot aan zijn overlijden.
Wielemans stierf op 5 januari 1917 te Houtem (bij Veurne); als oorzaken staan vermeld: longontsteking, myocarditis, Spaanse griep. Hij was toen gedomicilieerd in Elsene en weduwnaar van Angèle Blanc du Clos. De overledene werd op het kerkhof van Houtem begraven. Koning Albert was daarbij aanwezig, minister Carton de Wiart (of was het eerste minister Charles de Broqueville?) sprak de grafrede uit. De nieuwe stafchef was Louis Rucquoy.
Meer dan andere hogere militairen lijkt Wielemans begrip te hebben gehad voor de verzuchtingen van de Vlaamse soldaten tijdens de oorlog. Van een man met Vlaams-Brabantse roots zou men dat wel mogen verwachten …
(Vanaf 23 januari 1915 tot 18 oktober 1918 was het hoofdkwartier van het Belgische leger gevestigd in de pastorie van Houtem.)

Koning Albert op begrafenis Wielemans
Koning Albert op de begrafenis
Begrafenis Wielemans 2
De hulderede aan het open graf

 

 

 

 

 

 

 

Graf Wielemans 2
Het grafmonument van Wielemans in Houtem


Een andere nazaat van pachter Hendrik Wera was mijn grootvader
Arthur Wera (1872-1945)Vanaf 1900 was hij gemeentesecretaris van Kerkom; na amper twee jaar had hij zijn job als onderwijzer in Lubbeek opgegeven – een voorloper van de huidige jonge onderwijsverlaters?

Godelieve Vanzavelberg mailde me onlangs dat in het oorlogsdagboek van Alphonse Halflants, notaris en burgemeester van Lubbeek, sprake is van de gemeentesecretaris van het naburige Kerkom.

Op 9 oktober 1918 staat er geschreven: “Alhoewel de vrede op komst is, wordt ons geen enkele last bespaard. De bezettende macht gedraagt zich alsof de bezetting eindeloos zal doorgaan. De gemeentesecretaris van Kerkom werd op willekeurige wijze aangehouden en hij kwam slechts vrij na negen dagen gevangenschap. Zijn onschuld was zo klaar als de dag en de valsheid van zijn aanklagers was zo evident dat een van beiden zelf achter slot en grendel belandde.”
Daarover heb ik binnen de familie nooit iets gehoord.
(De Heemkundige Kring Libbeke wil het vermelde oorlogsdagboek dit jaar uitgeven.)

Untitled-Scanned-17
Arthur Wera (1907)

————————————————-
Bronnen:
– E-mailberichten van Edward Michiels en Godelieve Vanzavelberg.
De kwartierstaat van Lt.-Gen. Maximilien Wielemans, in: Brabant Cronikel, 2014, jg. 18, nr. 1, p.4-5.
Félix Wielemans, in : website Wikipedia.
– Websites: onroerenderfgoed.be; westhoekverbeeldt.be; dengrootenoorlog.nl.
P. Chielens en P. Trogh (red.), De geschreven oorlog. Anthologie van teksten van het front in België 1914-1940, In Flanders Fields Museum, 2016, p. 574.

Familie Ulens en Wereldoorlog I (2)

Zoals ik in mijn vorig bericht al schreef, had kardinaal Mercier, aartsbisschop en symbool van het patriottisch verzet, het plan opgevat om een groot werk te schrijven over de Belgische katholieke kerk ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Het boek verscheen evenwel nooit, wel bleven de verslagen bewaard die de pastoors in 1919 op vraag van Mercier over de oorlogsgebeurtenissen in hun parochie maakten. Zo bevindt zich in het archief van het aartsbisdom in Mechelen ook het verslag van de Sint-Jan-Baptist-parochie van Binkom. Het werd samengesteld, in een schoolschrift, door pastoor Armand Van Nerum (1875-1926) in samenwerking met oud-pastoor Eugeen De Bie (1834-1925) en schoolhoofd Jan Ulens (mijn grootvader). Het Binkomse parochieverslag werd samen met die van Linden, Lubbeek en Pellenberg uitgegeven in Lubbeekse Historische Tijdingen, nummer 10/2014. Voor Binkom staat daarin ook het voorafgaande verslag van pastoor De Bie van 12 maart 1915, met als titel ‘Oorlog van Duitsland tegen België (1914-1915)’.

32 - Binkom, verslag WO I (3)
Zo begint het Binkomse parochieverslag van 1919.

Toen de Duitsers in augustus 1914 oprukten zagen de bewoners van Binkom eerst vluchtelingen voorbijtrekken, velen volgden hun voorbeeld. Nadien kwamen de Duitse soldaten. Het dorp bleef gelukkig gespaard van moordpartijen, wel werden twee huizen platgebrand. In september gebeurde dat ook met de hooggelegen windmolen van Alfons Lemmens (op de Molenberg); deze molen was het werkterrein geweest van mijn voorouders langs vaderskant: Hieronijmus (1740-1783) en Petrus (1772-1838) Geens.
Binkom droeg zoals andere dorpen de lasten van de aanslepende oorlog. Het zedelijke en godsdienstige leven leed evenwel niet onder de toestand, aldus het verslag.
In 1918 zagen de bewoners het Duitse leger op de terugtocht. Drie Binkomse soldaten waren ondertussen gesneuveld.

51 - Binkom, verslag WO I (22)
De laatste bladzijde van het Binkomse parochieverslag.

Omdat Van Nerum pas in januari 1916 pastoor in Binkom werd, verwees hij later het aartsbisdom, na een vraag om bijkomende info, naar Jan Ulens, ‘een betrouwbaren man – de hoofdonderwijzer van Binckom, die mijn verslag gedeeltelijk opmiek’.
Enkele dagen later, op 13 december 1922, schreef Ulens:

“Zeer Eerw. Heer,
Ik haast met U te antwoorden. De vernietiging van den windmolen had plaats op 21 September [1914] en niet op 11n September. Als bewijs hiervan geef ik aan, dat we te Binckom op 10n, 11n, en 12n September Belgische troepen hadden, die eenen uitval deden op de statie van Thienen en de spoorlijn Leuven-Thienen. Ik denk dat men op één van die datums de Duitsche statie-oversten van Cumptich, Roosbeek heeft gevangen genomen, en daar eene brug heeft doen springen. Ik heb die Duitsers te Binckom vóór
’t gemeentehuis gezien.
Gij moogt alzoo zeker de zaak bevestigen.
Aanvaard, Zeer Eerw. Heer Deken, de verzekering mijner ware hoogachting.
Uw gansch bereidwillige,
Jan Lud[ovicus] Ulens, onderw[ijzer]”

27 - Brief Jan L. Ulens over WO I (2)
Brief van onderwijzer Jan Lodewijk Ulens (1922).

 

Familie Ulens en Wereldoorlog I (1)

Mijn grootvader Jan Ulens, die schoolhoofd was, hielp na de Eerste Wereldoorlog de toenmalige oude en nieuwe pastoor van Binkom bij het schrijven van het verslag over het wedervaren van de parochie tijdens de oorlog (gevraagd door kardinaal Mercier). Een tiental jaar geleden las ik dat verslag in het aartsbisschoppelijk archief in Mechelen, nadien werd het ook uitgegeven in Lubbeekse Historische Tijdingen.
Later vond ik ook nadere gegevens over de ramp die van mijn familie een direct slachtoffer van die Groote Oorlog maakte. De hoeve van mijn overgrootouders Ulens ging in de vlammen op.

Overgrootvader Augustinus Ulens en zijn vrouw woonden in Orsmaal langs de steenweg Tienen-Sint-Truiden; heel wat buren waren familieleden. August (de Witte), landbouwer en herbergier, was geboren in Orsmaal(-Gussenhoven) zelf op 21 juli 1844. Op 10 mei 1873 trouwde hij in Neerhespen met Elisabeth (Liske) Laudus, die in dat laatste dorp op 8 oktober 1840 was geboren. Zij kregen vier kinderen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren ze zeventigers.

Na de Duitse inval in België op 4 augustus 1914 verliep de opmars voor de aanvallers moeilijker dan verwacht. Zo hoorde mijn generatie op school spreken over de Slag van de Zilveren Helmen: op 12 augustus hielden Belgische karabiniers-cyclisten een dag stand tegen een Duitse overmacht (met cavalerie), die uiteindelijk werd teruggeslagen. Twee dagen voordien had de slag van Orsmaal-Gussenhoven plaatsgehad, het dorp waar mijn overgrootouders woonden.

Op maandag 10 augustus vond daar in Orsmaal-Gussenhoven, gelegen op 8 km van Tienen op de steenweg naar Sint-Truiden met de brug over de Kleine Gete, een treffen plaats tussen de Duitsers en het Belgische leger (Derde Lansiersregiment bijgestaan door karabiniers en wielrijders, allen behorend tot de Eerste Legerdivisie). Het gevecht bracht geen echte winnaar voort maar betekende een oponthoud voor het Duitse leger.
De Duitsers meenden vrijschutters opgemerkt te hebben en namen weerwraak op de burgerbevolking. Ze vernielden vijftien huizen met aanpalende schuren en stallingen, die in brand werden gestoken met benzine-spuiten en kleine brandbommen. Vier inwoners lieten het leven.
Een van de platgebrande huizen was dat van overgrootvader August Ulens-Laudus (landbouwer, Steenweg nr. 5 – bron: bevolkingsregister 1901-1910). Andere vernielde huizen waren eigendom van familieleden: neef Lambert Ulens, 1842-1918 (kuiper, Steenweg nr. 2); neef Leander Ulens, 1841-1922 (beenhouwer, Steenweg nr. 3); neef Henricus Ulens 1849-1915 (rademaker, Steenweg nr. 4); schoonzuster Joanna Hayen 1857-1926, weduwe van Alfons Ulens 1840-1909 (Steenweg nr. 6); ook een Joseph Ulens zag zijn huis vernietigd.
Voor de familie Ulens begon de Grote Oorlog dus op een heel schokkende wijze.
Niet veel later ondergingen steden als Aarschot en Leuven eenzelfde lot, met veel dodelijke slachtoffers.

Overgrootvader August Ulens stierf twee jaar later, op 15 augustus 1916, in het buurdorp Melkwezer, Wellicht verbleef hij toen in de woning van zijn dochter Philomena, die getrouwd was met Ludovicus Lenaerts.

Weduwe Elisabeth Ulens-Laudus, wonende in Orsmaal-Gussenhoven, en haar nog drie in leven zijnde kinderen, onder wie mijn Binkomse grootvader Jan, kregen in 1923 van de Belgische Staat een schadevergoeding voor “den brand van huis en hoeve gelegen te Orsmael-Gussenhoven tijdens de vijandelijke bezetting”. Zij ontvingen, ter wederbelegging, de som van 21.366, 89 frank, betaalbaar de 15 juli 1923. Dat lezen we in het eindvonnis nr. 37684 van de Rechtbank voor Oorlogsschade van het Arrondissement Leuven Derde Kamer, in openbare zitting te Aarschot op 15 mei 1923, die zich baseerde op de wet van 10 mei 1919 gewijzigd door die van 6 september 1921.
Ook andere Ulensen kregen een schadevergoeding. Zo ontving Alfons Ulens, zoon van Leander Ulens-Vandermeulen, 30.749,25 frank en Leopold Ulens, zoon van Alfons Ulens-Hayen, 39.988, 69 frank.

Zoals haar man eerder overleed overgrootmoeder Elisabeth Laudus ook in Melkwezer en dat op 28 januari 1925.

 

Popp-kaart, Orsmaal met ligging vernietigde Ulens-woningen
De 19de-eeuwse Poppkaart, met de ligging van enkele van de later vernietigde Ulens-woningen langs de Sint-Truidensesteenweg in Orsmaal.

————————————————————-
Bronnen:

Eduard Van Ermen, Lubbeekse parochieverslagen1914-1918, in: Lubbeekse Historische Tijdingen, nr. 10, 2014.
Jozef Vinckx, De Duitsch-Belgischen strijd. De slag bij Orsmaal-Gussenhoven 10 augustus 1914, Antwerpen, 1920.
Ruben Donvil, De Grote Oorlog op kleine schaal. De gevechten aan de Getelinie in Oost-Brabant (1914), Davidsfonds, 2012 (deel 1: Orsmaal-Gussenhoven: de Duitsers tastten af).
Sophie De Schaepdrijver, De Groote Oorlog. Het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, Antwerpen-Amsterdam, 2013.

Peter Van Assche, archivaris van de gemeente Lubbeek, deed de laatste jaren heel wat onderzoek rond de Eerste Wereldoorlog. Hij bezorgde me kopies van de verslagen van de Rechtbank voor Oorlogsschade, waarvoor dank.